
openbarsten van de droogte, kraken en breken van droogte, knetteren - Voorbeeld: ‘
Ze dragen droge takken, lange rijzels uit hunne sleden en ze maken, op de hoge bergtop, de grote stapel. Een sparke viers daarin, een genster, een laaiken, 't rookt, 't kuilt, het kraakt, de sperken spakeren, de gloed slaat uit’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.