spijbelen werkw. Uitspraak: [ ˈspɛibələ(n) ] Afbreekpatroon: spij·be·len Vervoegingen: spijbelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gespijbeld (volt.deelw.) zonder toestemming wegblijven van school of iets anders waar je heen moet Voorbeeld: 'Het was zo mooi weer, we hebben gespijbeld van school.' 
1) Heimelijk de school verzuimen 2) Brossen 3) Verzuimen van school 4) Verzuimen 5) Wegblijven van school 6) Lessen verzuimen 7) Schouwen 8) Flansen 9) Vrije dagen opnemen zonder toestemming 10) Niet naar school gaan 11) Schoolverzuim 12) De school verzuimen 13) School verzuimen 14) Heimelijk verzuimen 
opzettelijk en onnodig verzuimen op school niet aanwezig zijn bij een activiteit omdat men daar geen zin in heeft; wegblijven; verzuimen
niet naar school gaan als je daar wel zou moeten zijn vb: mijn vriendje spijbelde: hij ging naar de stad in plaats van naar school
school verzuimen
school verzuimen
school verzuimen (toon de herkomst via de etymologiebank)