het stadion zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈstadijɔn ] Afbreekpatroon: sta·di·on Verbuigingen: stadions (meerv.) groot sportveld met tribunes eromheen 
1) Sportvoorziening 2) Groot gebouw voor sport 3) Groot sportpark 4) Voetbalgelegenheid 5) Sportveld met tribunes er omheen 6) Sportterrein 7) Sportruimte 8) Sportplaats 9) Sportpark 10) Sportaccommodatie 11) Sportlocatie 12) Sportaccomodatie 13) Sportarena 14) Loop- en renbaan in het oude Griekenland 
Gebouw met tribunes en een sportveld voor het beoefenen van sport, in het bijzonder voor het houden van grote wedstrijden.
omvangrijk sportterrein met tribunes (toon de herkomst via de etymologiebank)
groot sportterrein met tribunes voor het publiek vb: de grote voetbalclubs hebben allemaal hun eigen stadion
•groot complex voorzien van sportvelden, tribunes en bijbehorende nutsvoorzieningen.
sportterrein
Een stadion is een (groot) gebouw. Vaak worden er sport wedstrijden gehouden, maar soms ook concerten. [basiswoordenlijst groep 4]