
de stiefbroeder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: stief·broe·der Verbuigingen: stiefbroeders (meerv.)
1) zoon uit een voorafgaand huwelijk van iemands tweede vader of moeder Voorbeeld: 'Zijn stiefbroeder was een stuk ouder, maar ze konden het goed met elkaar vinden.'
2) zoon uit een later huwelijk van iemands eigen va...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/stiefbroeder
Geen exacte overeenkomst gevonden.