Spreekwoorden: (1914) Strijk en zet, d.w.z. ieder ogenblik, herhaaldelijk, schering en inslag, geregeld, zonder uitzondering. De uitdr. kan aan een dobbelspel (of een kaartspel; zie Tijdschr. XXXIX, 158) ontleend zijn en eig. willen zeggen: strijk de ingezette som op en zet opnieuw weer in1). Het is ook mogelijk, dat ze a... Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10778