de struif zelfst.naamw. Verbuigingen: struiven 1) de vloeibare inhoud van eieren, eierstruif 2) met behulp van dit product vervaardigde omelet of pannenkoek Spreekwoorden en zegswijzen • bederf geen struif om een ei (=je moet het geheel niet afkeuren voor één gebrek) Naar de spreekwoo...
1) Deel van een ei 2) Geklutste eieren 3) Eiproduct 4) Eiermengsel 5) Eierkoek 6) Eiergerecht 7) Eiergebak 8) Omelet 9) Mengsel eigeel en eiwit 10) Uitgestorte ei-inhoud 11) Uitgestorte inhoud van een ei 12) Inhoud van een ei 13) Eierpannenkoek 
omelet
omelet
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) uitgestorte inhoud van eieren.
pannenkoek; omelet (toon de herkomst via de etymologiebank)