studentikoos bijv.naamw. Uitspraak: [ stydɛnti'kos ] Afbreekpatroon: stu·den·ti·koos met gespeelde voornaamheid zoals kenmerkend voor een bepaald type (mannelijke) student Voorbeelden: 'studentikoze grappen' , 'studentikoos taalgebruik' 
1) Zoals past bij echte studenten 2) Studentachtig 
zoals past bij studenten
zoals past bij studenten (toon de herkomst via de etymologiebank)
•zoals een student zich zou gedragen, de manier van studenten, studentachtig. •tweede betekenisomschrijving.