de stander zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: stan·der Verbuigingen: standers (meerv.) Verbuigingen: standertje (verkleinwoord) 1) standaard 2) opstaande balk gebruikt als stut . 2 definities...
1) Deel van een fiets 2) Deel van een roer 3) Draagbalk 4) Grote kuip 5) Kapstok 6) Kleerstandaard 7) Molenas 8) Opstaand touw op een schip 9) Opstaand touw op schip 10) Opstaande balk 11) Opstaande balk of pilaar 12) Opstaande pilaar 13) Opstaande steunbalk 14) Pilaar 15) Roerkoning 16) Schacht van een roer 1) Kapstok 2) Molenas 3) Roerschacht 4) Standaard 5) Steunbalk 6) Stommeknecht 7) Stut 8) Stutpaal 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Stander``] Zie Mast
opstaande stutbalk; kuip (toon de herkomst via de etymologiebank)
(verouderd) opstaand touw (van een jacobsladder)
a> verticale as van het roer. Bij houten roeren naar achtertoe verlengd/verbreed met de klik; bij stalen roeren met het blad. Vergelijk roerkoning genoemd. b> verticale as van een kaapstander. Gewoonlijk koning genoemd. c> verticale as van de verplaatsbare spil, de kaapstand zoals gebruikt bij de zegenvisserij. [Links: Diverse termen inz...