storen werkw. Uitspraak: [ ˈstorə(n) ] Afbreekpatroon: sto·ren Vervoegingen: stoorde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestoord (volt.deelw.) 1) (iemand) op een vervelende manier onderbreken bij zijn of haar bezigheden Voorbeelden: 'Tijdens ons werk werden we gestoord door brandalarm.' , 'Mag ik je even storen?' Synoniem: ... Gevonden op https://woorden.org/woord/storen
iemand hinderlijk onderbreken bij zijn bezigheden vb: die muziek stoort me, ik kan me niet concentreren de normale werking ervan onderbreken of slechter maken vb: de wasmachine stoort de radio het vervelend vinden wat iets of iemand doet vb: ik stoor me aan zijn uitbundige gedrag Synoniem: ergeren Tegenstelling:... Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/