het sujet zelfst.naamw. Uitspraak: [ sy'ʒɛt ] Afbreekpatroon: su·jet Verbuigingen: sujetten (meerv.) slechte vent Voorbeelden: 'een onbetrouwbaar sujet' , 'een onguur sujet' Synoniemen: heerschap portret snoeshaan vent 
1) Onguur persoon 2) Schoft 3) Portret 4) Ploert 5) Onbeschaafde kerel 6) Onderwerp 7) Ongunstig persoon 8) Individu 9) Persoon 10) Onguur individu 11) Figuur 12) Onguur figuur 13) Ongure kerel 14) Vent 15) Verachtelijk persoon 16) Verachtelijke kerel 17) Slecht mens 18) Schoelje 19) Enkeling 20) Heerschap 
Let op: Spelling van 1858 Fr., onderdaan; onderwerp; oorzaak, reden, aanleiding, gelegenheid; (muz.) het thema, de hoofdvoorstelling. Zie verder Subject
onguur persoon (toon de herkomst via de etymologiebank)
(Amsterdams) individu, persoon (vaak met een negatieve klank)
schoft
onguur persoon Voorbeeld: Plots kwam een of ander sujet op me af.
•onguur persoon. •volgorde van gebeurtenissen in het verhaal. •het onderwerp. •de onderdaan.
Zie fabula
persoon (minachtend)
epische tekst in de volgorde waarin hij gepresenteerd wordt. Meestal genoemd samen met zijn opponent ‘fabel’, wat het chronologisch gereconstrueerde verhaal is.
de manier waarop de fabel in de tekst wordt weergegeven.
epische tekst in de volgorde waarin hij gepresenteerd wordt. Meestal genoemd samen met zijn opponent 'fabel', wat het chronologisch gereconstrueerde verhaal is.
volgorde van de gebeurtenissen zoals het verhaal die geeft
onguur individu