de tafel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈtafəl ] Afbreekpatroon: ta·fel Verbuigingen: tafels (meerv.) 1) meubelstuk met een horizontaal, vlak blad op één of meer poten om dingen op te zetten of om aan te zitten, bijvoorbeeld tijdens het eten de tafel dekken (borden, servies, glaswerk e.d. voor het eten op tafel zetten) de ... Gevonden op https://woorden.org/woord/tafel
Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 bovenvlak van den brillant. Bolle-, holle tafel; traptafel.
Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10742
1> boekje met tabellen, waarin de tijden van hoog- en laagwater, voor diverse getijde havens gegeven is. Zie verder bij getijtafel . 2> tabel met miswijzingen van het kompas. Minder gebruikelijke verkorting van stuurtafel . Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=tafel