de tamp zelfst.naamw. Verbuigingen: tampen Verbuigingen: tampje 1) einde van een touw 2) penis 3) tepel 4) overschot of restje 
1) Overschot 2) Penis 3) Deel van een tros 4) Deel van een touw 5) Deel van een scheepstouw 6) Touweinde 7) Eind van een touw 8) Fallus 9) Troseinde 10) Klein beetje 11) Uiteinde van een scheepstouw 12) Uiteinde 13) Scheepstouw 14) Uitstekend eind van een tros 15) Eind touw 16) Rest 17) Restje 18) Eind van een tros 
uitstekend eind van een touw, vandaar ook: penis (toon de herkomst via de etymologiebank)
uitstekend eind van een touw
het kleppen (geluid dat de klepel maakt wanneer hij maar aan één kant van de klok slaat (VD) - Voorbeeld: ‘Dezelfde klok, die heel de verleden week meedeed in de jubeling van de beiaard, diezelfde klok weent nu en elke tamp is als ene zindering en de weergalm van een vreselijk lijden en een groot verdriet’
het uiteinde van een stuk touw of staaldraad.
[Bargoens, boeventaal] brood. Is er nog tamp?