de televisie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ teləˈvizi ] Afbreekpatroon: te·le·vi·sie Verbuigingen: televisies (meerv.) 1) systeem waarmee je bewegende beelden en geluid kunt bekijken die elders worden uitgezonden Voorbeelden: 'televisie kijken' , 'Wat is er vanavond op de televisie?' , 'digitale televisie' , 'commerciële tel...
1) Tv-scherm 2) Buis 3) Ontvangtoestel 4) Radiografische beeldtelegrafie 5) Vermaak 6) Tv 7) Modern communicatiemiddel 8) Huisbuis 9) Beeldradio 10) Beeldbuis 11) Beeldomroep 12) Publiciteitsorgaan 13) Massamedium 14) Teevee 15) Telecommunicatiesysteem 16) Omroep 17) Medium 18) Media 19) Televisietoestel 
[geschiedenis nederland vanaf 1945] Zie in het hoofdstuk Media.
overbrenging van beelden
Een televisie is een toestel waarop bewegende beelden worden vertoond. De beelden worden via een speciaal communicatiesysteem verzonden naar de ontvanger. De ontwikkeling van de televisie begon al in de jaren 20. Het was Philips die in Nederland als eerste experimenteerde met het uitzenden van filmbeelden. De eerste uitzending op de Nederlandse tel...
ver (toon de herkomst via de etymologiebank)
apparaat waarmee je bewegende beelden en geluiden kunt ontvangen vb: we keken de hele avond televisie Synoniemen: buis tv teevee
•een elektrisch apparaat om bewegende beelden en geluid te ontvangen. •het communicatiemedium.
Wordt gebruikt voor apparaten die inkomende televisiesignalen omzetten in de oorspronkelijke beelden en het bijbehorende geluid. (AAT)
overbrenging van beelden
(Eng: television: TV) De overdracht en de ontvangst van bewegende of stilstaande beelden die al dan niet van geluid zijn voorzien. De overdracht geschiedt via radioverbindingen, kabelverbindingen of draadloze transmissies (satellietverbindingen).
(Eng: television: TV) 1. Draadloos vérzien, het draadloos overbrengen van al dan niet bewegende beelden. 2. Ontvangtoestel voor de weergave van draadloos overgebrachte (bewegende) beelden.
(Eng: television: TV) 1. Draadloos vérzien, het draadloos overbrengen van al dan niet bewegende beelden. 2. Ontvangtoestel voor de weergave van draadloos overgebrachte (bewegende) beelden. 3. Het totaal aan organisaties die betrokken zijn bij het uitzenden van televisieprogramma's.
Telecommunicatiesysteem waarbij beelden, met of zonder begeleidend geluid, worden omgezet in elektromagnetische golven en uitgezonden naar ontvangers op afstand, waar ze worden omgezet in bewegende beelden.