de toeter zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈtutər ] Afbreekpatroon: toe·ter Verbuigingen: toeters (meerv.) 1) instrument in de vorm van een trechter waarmee je geluid maakt door er lucht doorheen te blazen Voorbeeld: 'een papieren feesttoeter' met veel toeters en bellen (met veel nutteloze versieringen) 2) voorziening...
1) Lam 2) Beschonken 3) Autoclaxon 4) Stomdronken 5) Bezopen 6) Lawaaiwerktuig 7) Lawaaimakend voorwerp 8) Lawaaiinstrument 9) Lawaai makend voorwerp 10) Toethoorn 11) Blaasinstrument 12) Blazer 13) Plant 14) Autohoorn 15) Alarmsignaal 16) Teut 17) Fluitenkruid 18) Claxon 19) Nachtegaalskruid 20) Signaal 1) Schommel 2) Beving 3) Huivering 4) Schop 
signaalinstrument in de vorm van een kegel met aan het smalle einde een soort mondstuk dat een luid, langgerekt, hoornachtig waarschuwingssignaal geeft wanneer men er op blaast geluid dat gemaakt wordt door een toeter echte of uit karton of plastic nagemaakte toeter, gebruikt om lawaai voort te brengen bij massale feestelijke gelegenheden zoals opt...
schommel (VD I) - Voorbeeld: ‘'t Gezang hield stilaan op, de touters vielen slap en 't spel veranderde in een benauwelijk wachten, lijk voor de donder’
hoorn (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Straattaal] dikke joint Categorieën: Drugs & drank
[Vergeten woorden] (m.) 1) schommel
hoorn