het tramhuisje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'trɛmhœyʃə, 'trɑmhœyʃə ] Afbreekpatroon: tram·huis·je Verbuigingen: tramhuisjes (meerv.) wachthokje bij een tramhalte Voorbeeld: 'als het regent in het tramhuisje wachten op de tram' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tramhuisje