Zie ook:
traumatiseer

traumatiseren werkw. Uitspraak: [ trɑumati'zerə(n) ] Afbreekpatroon: trau·ma·ti·se·ren Vervoegingen: traumatiseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getraumatiseerd (volt.deelw.)
psychisch ernstig schokken of een trauma (2) veroorzaken Voorbeelden: 'De eerste schooldag kan een kleuter traumatiseren.' , 'een stalker die zijn sla...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/traumatiseren
Geen exacte overeenkomst gevonden.