
Spreekwoorden: (1914)
Iemand troef geven,d.w.z. slagen geven; ook iemand flink te woord staan, hem duchtig de waarheid zeggen, hem (af)troeven of overtroeven (n<sup>o<-sup>. 62; Tuerlinckx, 495; Antw. Idiot. 929; Villiers, 129); fri. troef opspylje; oantroevje, gevoelig aankomen; tatroevje, krachtig slaan. Vg...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iemand troef geven,d.w.z. slagen geven; ook iemand flink te woord staan, hem duchtig de waarheid zeggen, hem (af)troeven of overtroeven (n<sup>o<-sup>. 62; Tuerlinckx, 495; Antw. Idiot. 929; Villiers, 129); fri. troef opspylje; oantroevje, gevoelig aankomen; tatroevje, krachtig slaan. Vg...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.