Tronen definities

Zie ook: troon

Tronen

1) Heersen 2) De troon bezetten 3) Zetelen 4) Hoog zetelen 5) Breeduit zitten 6) Op een troon zitten 7) Meelokken 8) Als op een troon zitten 9) Engel 10) Verleiden
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tronen/1

tronen

op een vorstelijke manier, breeduit zitten vb: hij troonde helemaal op de eerste rij
Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/

Tronen

'Tronen' (Grieks: θρόνοι, 'thronoi'), 'ofanim' (Hebreeuws: אוֹפַנִּים '’ōphannīm', 'wielen') of 'galgallim' (Hebreeuws: גַּלְגַּלִּים, 'galgallim', 'sferen', 'wielen', 'wervelwinden') zijn in joodse en christelijke literatuur hemelse wezens.
Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Tronen

tronen

meelokken
Jaar van herkomst: 1501-1525 (MNW )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

tronen

Te gebruiken voor ceremoniële stoelen of zetels voor monarchen, prelaten of andere hoogwaardigheidsbekleders, vooral gebruikt bij staatsiegelegenheden en andere speciale gebeurtenissen; gewoonlijk geplaatst op een podium en voorzien van een baldakijn.
Categorie: Interieurinrichting > ceremoniële stoelen.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491