de trailer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈtrelər ] Afbreekpatroon: trai·ler Verbuigingen: trailers (meerv.) 1) aanhangwagen waarvan het voorste gedeelte rust op een trekker of een truck Voorbeeld: 'trailervervoer' Synoniem: oplegger 2) aanhangwagen achter een auto voor het vervoer van een boot of van paarden Voo...
1) Aanhanger 2) Aanhangwagen 3) Oplegger 4) Preview 5) Truck 6) Voorfilm 1) Aanhangwagen 2) Aanhangwagen bij een truck 3) Aanhangwagen voor vervoervan een boot 4) Aankondiging van een aanhanger 5) Boot 6) Filmterm 7) Oplegger 8) Oplegwagen 9) Promotiefilmpje 10) Schip 11) Sleepboot 12) Transportmiddel 13) Trekfilm 14) Vaartuig 15) Vervoermiddel 16) Voertuig 17) Voorfilm 
oplegger (toon de herkomst via de etymologiebank)
aanhangwagen waarvan het voorste deel steun op de trekker vb: in een trailer vervoert het bedrijf de bouwmaterialen naar de klant Synoniem: oplegger
oplegger
[film] Promotiefilmpje voor een bioscoopfilm dat een voorproefje geeft van een film die binnenkort verschijnt. Een trailer bestaat doorgaans uit een boeket van clips uit een film.
oplegger
een korte vorm van reclame waarin een film wordt aangeprezen. Trailers worden vertoond in de bioscoop voor andere films of op televisie.
Oplegger achter een personenauto om een boot te transporteren, meestal op twee wielen, voorzien van een lier, waarmee de boot te water kan worden gelaten en weer op de trailer kan worden getakeld.
Dit is de benaming voor een speler die achterblijft bij een aanval van zijn team. Hierdoor bevindt hij zich achter de spelers die de bal rondspelen. Dit kan bewust zijn, maar ook doordat deze geblesseerd of vermoeid is geraakt en het tempo niet meer bij kan houden.