uitweiden werkw. Uitspraak: [ ˈœytwɛidə(n) ] Afbreekpatroon: uit·wei·den Vervoegingen: weidde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgeweid (volt.deelw.) uitvoerig spreken Voorbeeld: 'uitweiden over de vele voordelen van het nieuwe product' Synoniemen: afdwalen breed uitmeten 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitweiden