uniëren werkw. Verbuigingen: unieerde Vervoegingen: geünieerd (volt.deelw.) een unie sluiten, (zich) verenigen Voorbeelden: 'De Britse methodisten unieerden zich in de jaren dertig.' , 'In 1596 besloot de orthodoxe synode van Brest zich te uniëren met Rome.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uniëren