
de vaartijd zelfst.naamw. (m.)
1) het tijdstip dat een schip vertrekt 2) de duur die men nodig heeft voor het varen 3) de periode van de dag dat men vaart 4) duur van de periode dat iemand in zijn leven gevaren heeft ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/vaartijd

hoeveelheid tijd die een vaartuig nodig heeft voor zekere tocht; tijdsduur van een vaart; vaartduur hoeveelheid tijd dat iemand een schip of boot bestuurt of bedient; tijd besteed aan het varen met een vaartuig deel van een dag tussen bepaalde tijdstippen waarin een vaartuig vaart; vaarperiode in een dag
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/vaartijd

1> de tijd die men vaart , mag varen, kan varen of gevaren heeft. Ook varenstijd genoemd. 2> het aantal dagen, weken, maanden of jaren, dat men een functie aan boord van een schip vervuld heeft. Zie ook vaarjaar . 3> het tijdstip van vertrek en/of aankomst van een schip. Zie ook vaartijdenschema .
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=vaartijd
Geen exacte overeenkomst gevonden.