
vastlopen werkw. Uitspraak: [ ˈvɑstlopə(n) ] Afbreekpatroon: vast·lo·pen Vervoegingen: liep vast (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is vastgelopen (volt.deelw.)
in een situatie komen dat je niet verder kunt Voorbeelden: 'Het schip liep vast in de modderige bodem.' , 'De computer is vastgelopen.' , 'Het overleg liep vast op de weigering...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/vastlopen

1) Mislukken 2) Haperen 3) Stranden 4) Stremming 5) Doodlopen 6) In zijn beweging gestuit worden 7) Opstuwen 8) Verstrikt raken 9) Stuklopen 10) Stokken
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Vastlopen/1

Vastlopen is het raken van de grond bij een ondiepte waardoor je (abrupt) vast komt te liggen. Het belangrijkste om los te komen is zo snel mogelijk wegsturen van de ondiepte.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/11590
ergens in terechtkomen waar je niet meer uit kunt vb: de auto is in de modder vastgelopen
het gesprek is vastgelopen
[verder praten heeft geen zin, ieder blijft bij zijn standpunt]Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

aan de grond geraken. Zie ook vastvaren .
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=vastlopen
Geen exacte overeenkomst gevonden.