verdagen werkw. Verbuigingen: verdaagde Verbuigingen: verdaagd een zitting opschorten tot een nadere datum Synoniemen: aanhouden afdoen afleggen afzetten opschorten uitdoen uitkrijgen uitstellen uittrekken verlengen verschuiven 
1) Verschuiven 2) Afzetten 3) Afleggen 4) Afgelasten 5) Afdoen 6) Aanhouden 7) Ajourneren 8) Uittrekken 9) Uitstellen tot een andere dag 10) Uitstellen 11) Prorogeren 12) Procrastinatie 13) Schorsen 14) Opschorsen 15) Opschorten 16) Uitdoen 17) Opschuiven 18) Uitkrijgen 19) Verlengen 
tot een andere dag uitstellen
. Het uitstellen van de zitting tot een andere dag.
uitstellen tot een later tijdstip vb: de zitting van de rechtbank is verdaagd
uitstellen WOORDFEIT: Verdagen komt al in het Middelnederlands, begin dertiende eeuw, voor. Het is niet helemaal zeker of het is afgeleid van het zelfstandig naamwoord dag of van het werkwoord dagen ('oproepen voor een rechtszitting'). Aanvankelijk betekende verdagen niet alleen 'uitstellen, opschorten', maar ook 'door het verstrijken van de tijd r...
het verlengen van de beslistermijn op een bezwaar omdat het bestuursorgaan nog geen beslissing kan nemen, bijvoorbeeld omdat de zaak heel complex is
door invloeden van buitenaf (stroming, wind) van de koers of van de ankerplaats gezet worden. Voornamelijk gebruikt wanneer men dan in een ongewenste positie dreigt te geraken.