tevreden stellen, verzadigen - Voorbeeld: ‘Als de donzigheid van zijn bed zijne leden vernoegd had, sprong hij er met een krachtige ruk uit op en ging zijn wezen verfrissen met koud water’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php
vergenoegdheid, vreugde - Voorbeeld: ‘Jan dacht noch aan tijd noch aan vertrekken, hij liet haar begaan en had er zijn vernoegen in haar vernibbeld te zien rondtrappelen in heur eigen huiselijkheid aan de gegeerde zorge’ (Langs Wegen 89) Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php