I verschonen werkw. Uitspraak: [ vər'sxonə(n) ] Afbreekpatroon: ver·scho·nen Vervoegingen: verschoonde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verschoond (volt.deelw.) voorzien van schone kleding of schoon beddengoed Voorbeelden: 'In de trein kon ik de baby niet verschonen, met al die mensen eromheen.' , 'het bed verschonen' II zich ver...
1) Bewaren 2) Excuseren 3) Goedpraten 4) Ontzien 5) Sparen 6) Van schoon goed voorzien 7) Verbloemen 8) Verfraaien 9) Vergoelijken 10) Verontschuldigen 11) Verschoning 12) Verversen 13) Verzuiveren 1) Excuseren 2) Extenueren 3) Ontzien 4) Sparen 5) Verfraaien 6) Vergoelijken 7) Verontschuldigen 8) Verversen 9) Vrijlaten 
van schoon goed voorzien, mooier maken (toon de herkomst via de etymologiebank)
er schoon beddengoed op leggen vb: je moet je bed verschonen
1.mooier worden Voorbeeld: ‘Het (kind) groeide en verschoonde zichtbaar’ (Zomerland II 109) 2.schoon (onder)goed aandoen Voorbeeld: ‘Na het eten moesten de jongens gewassen en verschoond worden’ 3.verontschuldigen, vergoelijken, excuseren Voorbeeld: ‘Hij zocht naar het gepaste woord om zijn lichtzinnigheid te verschonen,...
excuseren - Jaar van herkomst: 1560 (WNT )
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) vergeven.
burgerlijk procesrecht: zich onttrekken aan bepaalde handelingen; uitzondering op de wettelijke verplichting te getuigen. ...