Versoepelen definities

Zoek op
Zie ook: versoepel

versoepelen

versoepelen logo #1000 versoepelen werkw. Uitspraak: [ vər'supələ(n) ] Afbreekpatroon: ver·soe·pe·len Vervoegingen: versoepelde (verl.tijd enkelv.) 1) soepel (1) maken of worden Vervoegingen: heeft, is versoepeld (volt.deelw.) Voorbeelden: 'door massage verstijfde beenspieren versoepelen' , 'Door deze oefeningen versoepelen je heupen.' 2)
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/versoepelen

Versoepelen

Versoepelen logo #10101) Flexibiliseren 2) Minder streng toepassen 3) Losser toepassen 4) Minder streng maken 5) Minder streng
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Versoepelen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.