Zie ook:
versplinter

versplinteren werkw. Uitspraak: [ vər'splɪntərə(n) ] Afbreekpatroon: ver·splin·te·ren Vervoegingen: versplinterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is versplinterd (volt.deelw.)
1) in splinters of kleine stukjes uiteenvallen of uiteen doen vallen Voorbeelden: 'De glazen zijn in de vaatwasser versplinterd.' , 'Een eige...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/versplinteren

1) In kleine stukken verdelen 2) Verbrijzelen 3) Atomiseren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Versplinteren/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.