verstedelijken werkw. Uitspraak: [ vər'stedələkə(n) ] Afbreekpatroon: ver·ste·de·lij·ken Vervoegingen: verstedelijkte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is verstedelijkt (volt.deelw.) 1) op een stad gaan lijken of een stad worden Voorbeeld: 'Het oorspronkelijke natuurgebied is nu helemaal verstedelijkt.' 2) zich r...
1) Een stads karakter krijgen 2) Een stadskarakter krijgen 1) Urbaniseren