verpozend, vermakelijk (VD) Voorbeeld: ‘Dat bezien en nagaan (van de kinderen) was hem altijd nieuw en verzettelijk’ (Langs Wegen 134) - Voorbeeld: ‘Ze zaten daar zo weeldig en verzettelijk in het lommer met hun pinte bier, langs het water!’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php