I de (m)/het voldoende zelfst.naamw. Uitspraak: [ vÉ”l'dundÉ™ ] Afbreekpatroon: vol·doen·de Verbuigingen: voldoendes, voldoenden (meerv.) waarderingscijfer dat je minimaal moet halen om te slagen voor een test Voorbeeld: 'Een zes is een voldoende, maar het is maar een zesje.' Antoniem: onvoldoende II voldoende bijv.naamw. Uitspraak: [ vÉ...
1) Afdoende 2) Afgemeten 3) Afdoend 4) Geslaagd 5) Genoegzaam 6) Genoeg 7) Suffisant 8) Welletjes 9) Goed 10) Rapportcijfer 11) Sufficiënt 12) Niet weinig 13) Bekomst 14) Behoorlijk 15) Plenty 16) Zat 17) In vrij grote mate 18) Naar behoren 19) Bevredigend 20) Doorslaand 21) Tamelijk 22) Toereikend 
Def.: resultaat van de toetsing als de waterkering op de peildatum minimaal voldoet aan de veiligheidsnorm, maar als niet is aangetoond dat aan de ontwerpcriteria wordt voldaan.
Def.: van toereikende kwaliteit
bevredigend (toon de herkomst via de etymologiebank)
zoveel als nodig is en zelfs meer vb: er is voldoende ruimte om te zitten Synoniemen: genoeg afdoend toereikend Tegenstellingen: gebrek schaarste tekort
•toereikend, genoeg.
Voldoende is genoeg. [basiswoordenlijst groep 5](genoeg) Voldoende (genoeg) wil zeggen dat je niets te kort komt, dat je geen behoefte hebt aan nog meer. [basiswoordenlijst groep 3]