vrijen werkw. Uitspraak: [ 'vrɛijə(n) ] Afbreekpatroon: vrij·en Vervoegingen: vree, vrijde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevreeën, heeft gevrijd (volt.deelw.) intiem lichamelijk contact hebben (met iemand) Voorbeelden: 'Ze wil niet onveilig vrijen.' , 'Ze zaten te vrijen op een bankje in het park.' Synoniemen: beminnen de lief... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrijen
kussen en strelen vb: zullen we een beetje vrijen? zich verenigen voor de voortplanting vb: je moet een condoom om bij het vrijen zij vrijt met een leuke Marokkaan [heeft verkering met hem] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=vrijen