de watergang zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: watergangen Verbuigingen: watergangetje 1) natuurlijk of kunstmatig kanaal waarlangs water vervoerd kan worden 2) één van de twee holle zijwanden van een drijvend droogdok waarin water kan worden in- of uitgepompt 
1) Plaats in de Benelux 2) Loop van water 3) Sloot 4) Plaats in Nederland 5) Plaats in Noord-Holland 6) Grift 7) Oppervlaktewater 8) Greppel
kanaal voor de afvoer van polderwater
•natuurlijk of kunstmatig kanaal waarlangs water vervoerd kan worden. (+audio)
afwateringssloot
1> een vaart of stroom, meestal met de functie van afwatering. Zie ook waterloop. 2> gootvormige constructie langs een houten dek. Ook waterloop / kantdeel genoemd. Ondermeer genoemd bij Cornelis van Yk, De Nederlandsche scheepsbouwkonst opengesteld. Amsterdam 1697.
VOC - Scheepsbouw : lijfhout: verhoogde balkgang tegen de scheepswand, waarop de dekbeplanking aansluit.