
de witgoedbezorger zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: wit·goed·be·zor·ger Verbuigingen: witgoedbezorgers (meerv.) Verbuigingen: witgoedbezorgertje (verkleinwoord)
iemand die witgoed bezorgd bij kopers Voorbeeld: 'De witgoedbezorger was te laat met het afleveren van de wasmachine.' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/witgoedbezorger
Geen exacte overeenkomst gevonden.