
het zakcentje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'zɑksɛncə ] Afbreekpatroon: zak·cent·je Verbuigingen: zakcentjes (meerv.)
kleine hoeveelheid geld Voorbeeld: 'een zakcentje bijverdienen' een aardig zakcentje overhouden aan iets (een flink bedrag verdienen of krijgen door iets) ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/zakcentje

1) Direct besteedbaar bedrag 2) Snoepgeld 3) Extraatje
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zakcentje/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.