
de zaterdagamateur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: za·ter·dag·ama·teur Verbuigingen: zaterdagamateurs (meerv.) Verbuigingen: zaterdagamateurtje (verkleinwoord)
een voetballer die speelt in de op zaterdag gespeelde amateurcompetitie Voorbeeld: 'De zaterdagamateurs zijn ontstaan doordat speler van christelijke huize bezwaar hadden tege...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/zaterdagamateur

iemand die als amateur voetbalwedstrijden speelt op zaterdag
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/zaterdagamateur

•een voetballer die speelt in de op zaterdag gespeelde amateurcompetitie.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/zaterdagamateur
Geen exacte overeenkomst gevonden.