
Spreekwoorden: (1914)
Zich iets op den hals halen,d.w.z. zich zelven een last bezorgen, dien men moet torsen, een ongeval veroorzaken, zich iets berokkenen; in de 17<sup>de<-sup> eeuw ook zich iets over den hals halen. Men moet hals hier opvatten in den zin van nek (zie Hooft's Brieven, 76). Weet men te maken...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Zich iets op den hals halen,d.w.z. zich zelven een last bezorgen, dien men moet torsen, een ongeval veroorzaken, zich iets berokkenen; in de 17<sup>de<-sup> eeuw ook zich iets over den hals halen. Men moet hals hier opvatten in den zin van nek (zie Hooft's Brieven, 76). Weet men te maken...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.