
de zichter zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: zich·ter Verbuigingen: zichters (meerv.)
iemand die met de zicht gras maait Voorbeeld: 'De zichters hadden hun werk al gereed.' . Deze woorden eindigen op zichter: • opzichter ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/zichter
Geen exacte overeenkomst gevonden.