[Vergeten woorden] (telw.) één: zim man, zim vrouw [~ simmel ‘altijd’, som ‘een of ander’, sommel ‘banket’, sommige ‘enkele’, soms ‘op enkele tijden’, zam- ‘half’ (eigenlijk ‘een van twee’), zame ‘zelfde’, (ver)zamelen ‘bijeenbrengen’, (te)zamen-samen ‘bijeen’, zamenen ‘bijeenkomen...
Gevonden op
https://taaldacht.nl/vergeten-woorden/

de touwen ( repen ) aan de randen van een nylon-net . Zie ook bij sim en links: Diverse termen inzake het vistuig . Genoemd in: Dr. Th. H. van Doorn, Terminologie van Riviervissers in Nederland.
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=zim
Geen exacte overeenkomst gevonden.