
Spreekwoorden: (1914)
Zwart van den honger zijn (of zien)d.w.z. uitgeteerd en mager er uitzien; een groezelige, vale, bleeke gelaatskleur hebben (vgl. Franc. 9540). Het adj. zwart komt in de middeleeuwen ook met bleek en vaal verbonden voor o.a. bij Maerlant, die van Andromache (Troyen, vs. 5749) zegt:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Zwart van den honger zijn (of zien)d.w.z. uitgeteerd en mager er uitzien; een groezelige, vale, bleeke gelaatskleur hebben (vgl. Franc. 9540). Het adj. zwart komt in de middeleeuwen ook met bleek en vaal verbonden voor o.a. bij Maerlant, die van Andromache (Troyen, vs. 5749) zegt:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.