zwatelen werkw. Afbreekpatroon: zwa·te·len Verbuigingen: zwatelde Vervoegingen: gezwateld (volt.deelw.) 1) enz. 2) tweede betekenisomschrijving. Voorbeeld: 'Zin met het zwatelen in de tweede betekenis erin.' 3) een lispelend, ruisend geluid maken Voorbeeld: 'De bladeren zwatelden in de avondbries.' ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zwatelen