de zwijnenhoeder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: zwij·nen·hoe·der Verbuigingen: zwijnenhoeders (meerv.) Verbuigingen: zwijnenhoedertje (verkleinwoord) iemand die een kudde zwijnen hoedt Voorbeeld: 'Andersen schreef een sprookje over een kleine zwijnenhoeder.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zwijnenhoeder