Verklarende lijst van veel gebruikte economische afkortingen

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën > economische afkortingen
Datum & Land: 15/02/2007, NL
Woorden: 80


ABP
is het Algemeen burgerlijk Pensioenfonds.

ACS-landen (of ACP-landen)
zijn een groep ontwikkelinglanden (voormalige Europese koloniën in Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de Stille Oceaan (Pacific)).

ADV
arbeidsduurverkorting.

AEX
de Amstedamse EOE-index.

AIQ
betekent arbeidsinkomensquote

AKW
is de Algemene Kinderbijslagwet.

AOW
is de Algemene Ouderdoms Wet

AWBZ
is de Algemene WET Bijzondere Ziektekosten.

AWW
is de Algermene Weduwen- en Wezenwet.

BBP
betekent bruto binnenlandsproduct

Benelux
economische integratie vorm tussen België, Nederland en Luxemburg. Is na de Tweede Wereldoorlog begonnen als een douane unie (opgericht in 1944) en in 1957 werd een principe afspraak gemaak tot realisatie van een economische unie .

BIB
is de Bank voor internationale betalingen. Deze is de oudste nu nog werkzame internationale financiële organisatie.De organisatie werd in 1930 opgericht om de Duitse herstelbetalingen na de Eerste Wereldoorlog mogelijk te maken. Na de Tweede wereldoorlog werd de organisatie een belangrijk internationaal overlegorgaan.

BNP
betekent bruto nationaal product.

BUBA
betekent Bundesbank. De centrale bank van Duitsland.

BV
besloten vennootschap

CAO
collectieve arbeidsovereenkomst

CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek

CEC
betekent Centraal Economische Comissie. De commisie wordt gevormd door topambtenaren van de drie departementen financiën, economische zaken en sociale zaken en werkgelegenheid, samen met de president van DNB en de directeur van het CPB.

CEP
centraal economisch plan

CNV
is het Christelijk Nationaal Vakverbond.

CPB
Centraal Planbureau,gesticht in 1947. Het is een onderzoeks- en rekencentrum dat de regering moet kunnen adviseren op het terrein van de economische politiek. Het stelt prognoses op door gebruikmaking van economische modellen. Twee belanrijke publicaties van het CPB zijn de Macro-Economische Verkenningen (MEV) en het Centraal Economisch Plan (CEP).

CTSV
is het college van toezicht sociale voorzieningen

DNB
is De Nederlansche Bank

ECU
is de european currency unit.(= europese rekeneenheid)

EEG
is de Europese Economische Gemeenschap, opgericht volgens het Verdrag van Rome (1957) door de zes landen: België, Nederland, Luxemburg, West-Duitsland, Frankrijk en Italië. In 1966 werden de onderlinge tarieven (binnentarieven) afgeschaft en werd een gemeenschappelijk buitentarief ingesteld. In feite werd de EEG toen een douane unie. In 1973 werd de EEG uitgebreid met de drie landen: Denemarken, Engeland en Ierland. Deze negenlanden vormden toen de Euromarkt.

EER
is de europese economische ruimte

EFTA
betekent European Free Trade Organization (= EVA)

EG
europese gemeenschap. Is ontstaan in 1967 door fusie van de EEG, de EGKS en Euratom.

EGKS
is de europese gemeenschap voor kolen en staal, opgericht in 1951 door de zes landen die in 1957 de EEG vormden (Verdrag van Rome).

EMI
is het europees monetair instituut.

EMS
is het europees monetaire stelsel.

EMU
betekent Europese Monetaire Unie, of Economische en Monetaire Unie zoals meestal in de dagbladen vermeld.

EP
is het Europees Parlement.

EPU
betekent Europese Politieke Unie.

EU
is de europese unie.

EVA
is de europese vrijhandelsassociatie, opgericht in 1959, door Denemarken, Engeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Zweden, en Zwitserland. Het doel was om tot onderling vrijhandel te komen voor industrieproducten, en als tegenhanger te dienen voor de EEG.

FNV
is de Federatie Nederlandse Vakbeweging.

GAB
is het Gewestelijk Arbeidsbureau

GATT
betekent General Agreement on Tariffs and Trade (= algemene overeenkomst inzake tarieven en handel. Deze organisatie wordt tegenwoordig World Trade Organization genoemd (WTO).

GCK
zijn de gemiddelde constante kosten.

GOS
is het Gemenebest van Onafhankelijke Staten.

GTK
zijn de gemiddelde totale kosten.

GVK
zijn de gemiddelde variabele kosten.

GWL
betekent geregistreerde werkloosheid.

IDA
is de International Development Association. Deze organisatie verstrekt langlopende leningen tegen zachte voorwaarden aan de armste ontwikkelingslanden.

IMF
is het Internationale Monetaire Fonds

LTO
is de organisatie voor ondernemingen in de land- en tuinbouw.

MEV
is de Macro Economische Verkenningen. Een korte-termijn-voorspelling van het CPB

MHP
is de Vakcentrale voor Middelbaar en Hoger Personeel.

MK
zijn de marginale kosten.

MKB
is de werkgeversorganisatie voor het midden en kleinbedrijf

MO
zijn de marginale opbrengsten

NAFTA
is de North American Free Trade Association.

NCW
is het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond.

NICS
zijn de Newly Industrialising countries. Het zijn de jonge snelgroeiende industielanden, ook wel de tijgers genoemd..

NMP
is het Nationaal Milieuplan

NNI
is het netto nationaal inkomen.

NNP
is het netto nationaal product.

NV
is de Naamloze Vennootschap.

OECD
is de Organization for Economic Co-orporation and Development. (= OESO)

OESO
de organisatie voor samenwerking en ontwikkeling. Het zijn de rijke indusrielanden Europa, de Verenigde Staten, Canada, Australie, en Japan. (= OECD)

OPEC
is de Organization of Petroleum Exporting Countries. Het is een in 1960 opgericht kartel van voornamelijk Arabische oliestaten.

REA
is de raad voor economische aangelegenheden. Het is een coördinerend orgaan op het gebied van de economische politiek.

REV
is de rentabiliteit van het eigen vermogen.

RTV
is de rentabiliteit van het totale vermogen.

SDR`s
special drawing rights

SER
is de Sociaal Economische Raad.

TCK
zijn de totale constante kosten.

TK
zijn de totale kosten

TO
zijn de totale opbrengsten.

UNCTAD
is de United Nations Conference on Trade and Development.

VNO
is de Verbond van Nederlanse Ondernemingen.

Vut
is de (vrijwillige) vervroegde uittreding.

WAO
is de Wet op de arbeidsongeschiktheid.

WEM
is de Wet Economische Mededinging

WRR
is de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

WULBZ
is de wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte.

WW
is de Werkloosheidswet.

ZFW
is de Ziekenfondswet. Werknemers met een inkomen beneden de loongrens zijn op grond van deze wet verzekerd tegen kosten kosten voor medische verzorging.

ZW
is de Ziektewet