Begrippenlijst producentgedrag en marktvormen

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiëen > producentengedrag en marktvormen
Datum & Land: 15/02/2007, NL
Woorden: 18


Cobb-Douglas-productiefunctie
is een in de economische wetenschap populaire productiefunctie, die het verband beschrijft tussen de productie en de aangewende hoeveelheden arbeid en kapitaal. Ook de technische ontwikkeling kan in deze functie verwerkt worden. De Cobb-Douglas-productiefunctie luidt: q= gamma(A tot de macht alpha)(K tot de macht bèta). Helaas is het in HTML-code nog moeilijk werken met formules en symbolen!. Hierin stellen voor: gamma de technische ontwikkeling , A eenheden arbeid, alpha de productie elasticiteit van arbeid, K de eenheden kpitaal en bèta de productie elasticiteit van kapitaal. Wanneer alpha en bèta samen één zijn, is de productiefunctie homogeen lineair. Er is dan sprake van `constant returns to scale`. Bij de productiefunctie van Cobb-Douglas gaat men hier van uit.

complementaire productiefactoren
zijn onderling niet vervangbaar. Bij een bepaalde productie-omvang behoort een vaste combinatie van arbeid en kapitaal. De isoquanten vormen een rechthoekig stelsel, zodat de isokostenlijn (ongeacht de prijzen van de productiefactoren) een bepaalde isoquant altijd in het hoekpunt raakt.

constant returns to scale
betekent constante schaalopbrengsten. Hier is sprake van als de productie evenredig toeneemt met de toename van alle productiefactoren. Bijvoorbeeld als alle productiefactoren met een factor d toenemen, dan neemt de productie ook met een factor d toe. De som van de productie elasticiteiten van arbeid en kapitaal is precies één.

consumentenvertrouwensindex
is een (zeer subjectief) begrip waarmee men de particuliere consumptie probeert te voorspellen. Uit enquêtegegevens wordt de index berekend. De vragen uit de enquête van de Europese Commisie (voor het eerst in 1972) kan in de volgende vijf categorieën worden verdeeld: (1) de financiële situatie van huishoudens; (2) vooruitzichten voor de financiële situatie van de huishoudens; (3) de huidige algemene economische situatie; (4) vooruitzichten voor de algemene economische situatie; (5) de wenselijkheid om duurzame aankopen te doen. De vragen slaan op een periode van één jaar.

decreasing returns to scale
betekent afnemende schaalopbrengsten. Hier is sprake van als de productie minder dan evenredig toeneemt met de toename van alle productiefactoren. Bijvoorbeeld als alle productiefactoren met een factor d toenemen, dan neemt de productie minder dan een factor d toe. De som van de productie elasticiteiten van arbeid en kapitaal is kleiner één.

ecotax
is een heffing op milieuvervuilende producten of productieprocessen. De grondslag heeft effect op de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologie. De ecotaxen kunnen op drie verschillende grondslagen geheven worden; op de input van het productieproces, op de output van het productieproces of op de emissies (= uitstoot van schadelijke stoffen).

expansiepad
van een onderneming is grafisch gezien de verzameling raakpunten van de evenwijdig verschoven isokostenlijn met het stelsel van isoquanten.

Free riders
zijn afnemers van een meestal gratis product die van mening zijn dat zij er belang bij hebben hun voorkeur (waardering) te verhullen of zelfs geheel te verzwijgen. Dus vooral niet laten merken dat je het product waardeert, want anders zou je er misschien voor moeten gaan betalen, omdat de producent dan weet dat er (wel degelijk grote) behoefte aan bestaat.

increasing returns to scale
betekent toenemde schaalopbrengsten. Hier is sprake van als de productie meer dan evenredig toeneemt met de toename van alle productiefactoren. Bijvoorbeeld als alle productiefactoren met een factor d toenemen, dan neemt de productie meer dan een factor d toe. De som van de productie elasticiteiten van arbeid en kapitaal is groter dan één.

isokostenlijn
geeft de combinaties van productiefactoren die eenzelfde kostenniveau opleveren. Samen met een veld isoquanten levert het raakpunt van de isokostenlijn aan de hoogste isoquant de optimale combinatie van arbeid en kapitaal.

kapitaalinkomensquote
is het compliment van de arbeidsinkomensquote. Het geeft aan welk deel de factor kapitaal toekomt. Een stijging van de arbeidsinkomensquote staat (vrijwel) gelijk aan de daling van de kapitaalinkomensquote, en zal een negatief effect (kunnen) hebben op de groei van de werkgelegenheid..

marginale arbeidsproductiviteit
is de verhouding tussen de extra productie en de extra benodigde arbeid.

planningcurve
is hetzelfde als de lange termijn gemiddelde kostencrve

productie-elasticiteit van arbeid
geeft de verhouding aan van de procentuele verandering van de productie en een kleine procentuele verandering van de hoeveelheid arbeid.

spinnenwebtheorema
is de grafische beschrijving van de varkenscyclus.

substitueerbare productiefactoren
zijn onderling vervangbaar. Een bepaalde productie-omvang kan met verschillende combinaties (verhoudingen) van de productiefactoren arbeid en kapitaal gerealiseerd worden. De isoquanten vormen een stelsel hyperbolen.

ultrakorte-termijn (beschouwing)
is een situatie waarin de omvang van productie en de hoeveelheden van de productiefactoren arbeid en kapitaal vaststaan.

varkenscyclus
is een uitdrukking die de vaak scherpe prijsschommelingen op de agrarische markten illustreert. Als de prijs hoog is van de varkens (of andere producten) besluiten de boeren meer varkens te fokken, met als gevolg dat maanden later door het grote aanbod de prijs van varkens laag is. Hierdoor gaan veel boeren over op een ander product, zodat maanden later door het geringe aanbod de prijs van varkens weer hoog is. De grafische voorstelling wordt het spinnenwebtheorema genoemd.