Digischool Begrippenlijst `Mainports`

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Transport en verkeer > Mainports
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 150


rom-gebied
Een gebied waar een geintegreerd Ruimtelijke Ordenings- en Milieubeleid moet worden ontwikkeld.

ruimtelijke schaalvergroting
Het gebruik maken van meer ruimte (bijvoorbeeld grotere haventerreinen en grotere en diepere havens) om de verschillende activiteiten te kunnen uitvoeren.

ruwe olie
Onbewerkte olie (zoals die uit de grond komt), wordt ook wel aardolie genoemd.

schaalvergroting
Ontwikkeling die het werken (bijvoorbeeld transport) in grotere eenheden mogelijk maakt zodat lagere productiekosten en hogere opbrengsten gerealiseerd kunnen worden. Kostenbeheersing, verhoging van de productiviteit en tijdbesparing zijn begrippen die hiermee samenhangen.

schaalvoordeel
Het verschijnsel dat hoe groter de productie, transport of bestelling hoe lager de prijs per artikel of gewichtseenheid.

scheepsagent
Vertegenwoordiger van een of meerdere rederijen. Zorgt er onder andere voor dat schepen een ligplaats aangewezen krijgen, dat ze gelost worden, dat de goederen door de douane komen en dat er weer nieuwe lading voor een schip is.

short sea containerschip
Containerschepen die continentale routes bevaren. Short-sea schepen nemen de vracht over van deep-sea containerschepen in de grote havens om ze verder over kleinere havens te distribueren.

shuttle
Pendeldienst (rechtstreekse verbinding) tussen twee knooppunten, die onafhankelijk van het ladingaanbod op vaste tijdstippen vertrekt en aankomt.

sleper
Sleept een schip naar de juiste ligplaats (omdat een zeeschip groot is en in een haven moelijk te sturen is).

slurry
IJzererts vermengd met water waardoor `modder` ontstaat. Dit maakt vervoer per pijpleiding mogelijk.

snuffelpaal
Meethuisje dat de mate van luchtverontreiniging meet in een bepaald gebied.

spokes
Letterlijk: spaken. Transportlijnen die vanuit de `hub` (mainport) naar verschillende bestemmingen lopen.

stapelhaven
Een haven waar schepen hun lading, afkomstig uit een bepaald gebied of bestaande uit een specifiek product, te koop aanbieden (letterlijk: opstapelen in pakhuizen).

straddle-carriers
Speciale voertuigen voor het verplaatsen van containers.

strippen
Het leeghalen van een container.

stuffen
Het vullen van een container.

stukgoederen
Goederen die verpakt in balen, zakken, kisten of vaten worden vervoerd; ook het palletvervoer hoort hierbij.

stuwadoorsbedrijf
Een bedrijf dat schepen laadt en lost.

subhub
Knooppunt dat zorgt voor een verdere distributie van goederen, mensen of informatie die afkomstig zijn van een hub.

suprastructuur
Het geheel aan overige voorzieningen binnen een havengebied (los van de verkeersvoorzieningen) die het functioneren van een havencomplex mogelijk maakt.

tangentieel banenstelsel
Het geheel van start- en landingsbanen die als raaklijnen van een cirkel ten opzichte van elkaar liggen. Hierdoor kunnen vliegtuigen bij alle windrichtingen opstijgen en landen.

telecommunicatie
Communicatie over (grote) afstand mogelijk gemaakt door moderne, electronische middelen.

terminal
Gebouwen waarin zich de aankomst- en vertrekhal van een vervoercentrum bevinden. Hier bevinden zich allerlei faciliteiten zoals een belastingvrij winkelcentrum, restaurants en een zakencentrum.

tno
Transnationale Onderneming. Een grote onderneming die in verschillende landen bedrijven en vestigingen heeft. Het begrip multinationale onderneming (M.N.O.) heeft dezelfde betekenis.

toegevoegde waarde
De waardevermeerdering die onstaat bij de omvorming van grond- en hulpstoffen in eindproducten en halffabrikaten. Deze waardevermeerdering ontstaat bijvoorbeeld door de inzet van arbeid.

traide
Het geheel van de drie belangrijkste machtsblokken van de wereld met als middelpunt de Verenigde Staten, Japan en de Europese Unie.

traidisch netwerk
Het geheel van economische en politieke relaties tussen de blokken van de triade.

transfer
Het vervoer van personen op een luchthaven waarvan de herkomst en de bestemming in het buitenland liggen of op een andere luchthaven in het binnenland ligt. Zij moeten op de luchthaven van toestel veranderen.

transferfunctie
Luchthaven waar het aandeel van de transferpassagiers en de transito groot is ten opzichte van andere luchthavens.

transferium
Overslag- of overstappunt. Een voorbeeld daarvan is Hoek van Holland. Passagiers stappen er van de trein over op de boot of andersom. Goederen worden er overgeladen.

transferpassagiers
Passagiers die overstappen op een ander toestel, met een ander vluchtnummer.

transito
Dit is hetzelfde als doorvoer. Dit betekent het vervoer van goederen waarvan zowel de herkomst als de bestemming in het buitenland ligt; die in een zee- of luchthaven worden overgeladen (na eventueel te zijn opgeslagen) en die in de zee- of luchthaven geen bewerking hebben ondergaan.

transitopassagiers
Passagiers die verder gaan met hetzelfde vliegtuig. Er is een tussenlanding, maar de passagiers stappen niet over.

transnationale onderneming
T.N.O. Een grote onderneming die in verschillende landen bedrijven en vestigingen heeft. Het begrip multinationale onderneming (M.N.O.) heeft dezelfde betekenis.

transport-corridor
Een gebied waar een hoofdtransportrichting overheerst en waarbinnen verschillende transportlijnen en knooppunten aanwezig zijn.

transportmodaliteit
Vervoer met een bepaald transportmiddel (vervoerwijze), zoals wegvervoer, luchtvaart, binnenvaart, zeevaart, spoorvervoer en pijpleidingvervoer.

trucking
Het vervoeren van vracht per vrachtauto van de ene luchthaven naar de andere. De vracht heeft al een vluchtnummer en kan zo van het ene toestel naar het andere gebracht worden. Vaak gaat het om kleinere hoeveelheden en kan de vracht op deze wijze snel ter plaatse zijn.

tweedelijns knooppunt
Knooppunt dat zorgt voor een verdere distributie van goederen, mensen of informatie die afkomstig zijn van een eerstelijns knooppunt . Bijvoorbeeld Venlo is een potentieel tweedelijns knooppunt. Het ligt gunstig in de zuidoost-corridor ten opzichte van Rotterdam, heeft goede weg- en railverbindingen en is ook voor de binnenvaart goed te bereiken.

uitgesteld vervoer
Voordat de goederen die zijn aangevoerd, worden doorgevoerd, worden zij eerst bewerkt of verwerkt wat leidt tot een extra toegevoegde waarde en een extra werkgelegenheid.

uitschuiving
Ruimtelijke verplaatsing van activiteiten en bedrijven naar nieuwe, grotere ruimten.

val activiteiten
Value Adding Logistics oftewel `Waardetoevoegende activiteiten in de bevoorradingsketen`. Deze activiteiten vinden met name plaats in de distributiecentra waar bedrijven hun winst halen uit het toevoegen van diensten. Bijvoorbeeld: het opslaan en verzenden van motorfietsonderdelen of het in kleine porties verpakken van geneesmiddelen met een `bijsluiter` in de juiste taal.

value adding logistics
Value Adding Logistics oftewel `Waardetoevoegende activiteiten in de bevoorradingsketen`. Deze activiteiten vinden met name plaats in de distributiecentra waar bedrijven hun winst halen uit het toevoegen van diensten. Bijvoorbeeld: het opslaan en verzenden van motorfietsonderdelen of het in kleine porties verpakken van geneesmiddelen met een `bijsluiter` in de juiste taal.

vbs
Verkeers Begeleidend Systeem. Systeem voor de veilige en snelle begeleiding van het scheepvaartverkeer.

verkeers begeleidend systeem
V.B.S. Systeem voor de veilige en snelle begeleiding van het scheepvaartverkeer.

verladers
Opdrachtgevers, (industriële) bedrijven die goederen vervoerd willen hebben.

verplaatsingsnetwerk
Onderdeel van een netwerk waarover, tussen knooppunten, goederenstromen verplaatst worden.

vervoerders
Uitvoerders, bedrijven die goederen transporteren.

vrachtplatform
Deel van de luchthaven waar vliegtuigen met vracht worden geladen en gelost.

vrijhandelszone
Speciaal gebied waarin belastingvrij gehandeld kan worden.

warehousing
Dit is hetzelfde als `opslag`. Goederen bewaren, bijvoorbeeld in loodsen, containers (stukgoed), opslagtanks (olie), silo`s (graan) of los gestort op bedrijfsterreinen (erts), totdat ze verder bewerkt worden.