ABB-BVB

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiëen > Bankieren
Datum & Land: 15/02/2007, BE offline
Woorden: 141


Privatieve kaart
Kredietkaart uitgegeven door een niet-bancaire instelling (petroleummaatschappijen, distributiebedrijven, enz.).

Primary Dealer
Primary Dealers zijn kredietinstellingen en beursvennootschappen die door de Administratie van de Thesaurie zijn erkend teneinde de plaatsing van OLO’s en schatkistcertificaten op de primaire markt te bevorderen, te zorgen voor hun liquiditeit op de secundaire markt en ten slotte de Belgische staatsschuld te ondersteunen.

Primaire markt
Markt waarop de nieuwe waarden (bv. aandelen, obligaties) worden uitgegeven.

Provisie (kosten)
Kosten die een cliënt betaalt aan een bank of financiële instelling ter vergoeding van bewezen diensten.

Proton
Een elektronische portemonnee (kortweg Proton) is in wezen een bijna vierkante chip die ingewerkt is in een bankkaart. Het is een miniatuurcomputer die een aantal gegevens veilig kan opslaan en bijwerken. De Protonchip onthoudt hoeveel geld er is opgeladen en past bij elke betaling het saldo aan. De Protonkaart kan men (telkens weer) opladen aan elke geldautomaat, met een minimum bedrag van 5 EUR tot maximum 125 EUR.
Sinds kort kan de kaart ook worden opgeladen aan iedere openbare telefooncel van de nieuwste generatie; in bepaalde winkels kan de kaart aan een speciale terminal worden opgeladen. Met een Czam-PC, een apparaatje dat aan de computer wordt gelinkt, kan je ook via de Banksys-internetsite de Protonkaart opladen. Proton is bedoeld om kleine betalingen handiger te maken, zodat consumenten niet meer met rinkelende muntstukken in de broekzak (of handtas) hoeven rond te lopen.

Reservecoëfficiënt
De reservecoëfficiënt is het percentage van de totale deposito’s dat door de banken in liquiditeiten moet worden aangehouden, om aan eventuele geldopvragingen van haar cliënteel tegemoet te kunnen komen.

Renteresultaat
Het rentesultaat is het verschil tussen de rentes die de bank ontvangt van de kredietnemers (debetrentes) en de rentes die ze toekent aan de deponenten (creditrentes).
Technisch gezien is het rentesultaat het verschil tussen de rente-inkomsten en de rente-uitgaven.

Rentemarge/Intrestmarge
Dit is het renteresultaat in verhouding tot de gemiddelde werkmiddelen van derden.
Deze coëfficiënt geeft aan in welke mate hun intermediatieactivitieit (deposito’s inzamelen, krediet verlenen) rendabel is voor de banken.

Royal Exchange of London
In 1571 opgerichte Londense beurs, naar het model van de Beurs van Antwerpen (1531) waar nieuwe financiële technieken het levenslicht zagen (disconto, verhandelbaarheid van handelspapier, zoals wisselbrieven).

Schatkistcertificaten
Schatkistcertificaten zijn kortlopende effecten (maximum één jaar) die door de Schatkist worden uitgegeven ter financiering van de overheidsschuld. Ze worden uitsluitend in euro uitgegeven in gedematerialiseerde vorm, via periodieke aanbestedingen, meestal wekelijks. In principe bedraagt de looptijd niet meer dan 3, 6 en 12 maanden.
Een groep van Primary Dealers (door de Schatkist erkende banken) zorgt voor de plaatsing van de schatkistcertificaten en de marktliquiditeit.

Secundaire markt
Markt voor de transacties met reeds in omloop zijnde financiële instrumenten.

Solvabiliteit
De solvabiliteit is het vermogen om zijn verbintenissen na te komen en te gepasten tijde de leningen die men heeft aangegaan, terug te betalen.

Spaarkas/Spaarbank
Instelling waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek in ontvangst nemen van deposito’s en het verlenen van kredieten aan particulieren en KMO’s. Doorgaans hebben spaarkassen een meer sociaal getinte oorsprong dan banken: soms gaat het om coöperatieve vennootschappen die door de arbeidersklasse zijn opgericht of voortspruiten uit het landbouwmilieu of nog door ambtenaren uit overheidsbesturen in het leven zijn geroepen. Net zoals bij de banken is er momenteel bij de spaarkassen sprake van ‘branchevervaging’. Het onderscheid is niet meer zo duidelijk als vroeger. In België worden ze thans ‘spaarbanken’ genoemd.

Staatsbon
De staatsbon is een vastrentend effect op middellange of lange termijn met een jaarlijkse coupon, die door de Staat in euro wordt uitgegeven. Viermaal per jaar geeft de Schatkist staatsbons uit. Particulieren kunnen staatsbons kopen op de primaire of de secundaire markt.

Swap
Het aangaan van een soort ruiltransactie waarbij men vreemde valuta’s op termijn verkoopt om ze later weer terug te kopen.

Terugbetaalbare gelden
Geld dat de bank als deposito heeft gekregen en dat ze ooit aan de cliënt zal moeten terugbetalen.

Termijnverrichtingen
Termijnverrichtingen zijn verrichtingen waarvoor de vereffening en levering van de verhandelde waarden plaatshebben op een datum na de overhandeling.
Termijnverrichtingen verschillen van contantverrichtingen en worden vooral gebruikt bij Beurs- en wisseltransacties.

Termijnrekening of -deposito
Een termijnrekening of termijndeposito is een gelddeposito door een cliënt bij een bank voor een bepaalde duur (die hij zelf kiest) en tegen een bepaald intresttarief. Als de rentetarieven tijdens die periode wijzigen, blijft de intrest niettemin doorlopen voor de termijndeposito’s tot op de vervaldag van het deposito.

Token
Engelse term voor een ontastbare hoeveelheid geld dat via elektronische weg op de harde schijf van de personal computer van een eindgebruiker wordt geplaatst. Een token is een vorm van elektronisch geld, zoals geld op een Protonkaart er ook één is.

Toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde staat voor de waarde die de onderneming creëert met of toevoegt aan de goederen en diensten afkomstig van derden bij de uitoefening van haar gewone beroepsactiviteiten. Die waarde wordt afgemeten aan het verschil tussen de marktprijs van de productie over een bepaalde periode en de waarde van de verbruikte goederen en diensten die derden leveren met het oog op die productie.

UCV
In 1974 werd het UCV (UitwisselingsCentrum en Verrekening) opgericht. Bijna alle papieren verrichtingen (zo’n 98 %) die voorheen tussen banken werden uitgewisseld in de traditionele verrekenkamer, verlopen sindsdien automatisch. In de praktijk betekent dit dat de te verrekenen stukken (overschrijvingen, cheques, betaalkaarttransacties,…) niet meer materieel worden uitgewisseld tussen de betrokken instellingen; reeksen gelijkaardige verrichtingen worden gegroepeerd door de banken, waarna het UCV de verrichtingen per bankinstelling verdeelt.

Uitbetalingskredieten
Uitbetalingskredieten zijn kredieten waarvoor de bank haar thesauriemiddelen aanspreekt.

Vastgoedcertificaat
Een vastgoedcertificaat is een effect dat aan de eigenaar ervan recht geeft op een deel van de huurprijs en-of de herverkoopwaarde van het gebouw (of van de groep gebouwen) waarop het betrekking heeft.

Valutaoptie
Een valutaoptie geeft aan de eigenaar ervan het recht om een bepaalde hoeveelheid buitenlandse munten tegen een vooraf vastgestelde koers (jaarprijs) aan te kopen (call) of te verkopen (put) vóór een bepaalde datum.
De emittent van de optie is verplicht de valuta’s te leveren of aan te kopen tegen de vastgestelde voorwaarden als de houder zijn optierecht uitoefent.
De prijs die voor deze optie wordt betaald, is de premie die bij de aankoop van de optie wordt betaald. De eigenaar van de optie kan maar hoeft niet noodzakelijk zijn recht uit te oefenen.

Valuta/Valuta’s
Munteenheid van een bepaald land, meestal gezien vanuit internationaal oogpunt.
Men onderscheidt eigen en vreemde valuta, zachte en harde valuta.
Een harde valuta is een munteenheid die haar waarde behoudt t.o.v. andere in het internationaal betalingsverkeer belangrijke valuta. In tegenstelling tot zachte valuta zijn harde valuta internationaal gemakkelijk inwisselbaar in andere munt. Men spreekt in dit verband dan ook soms van sleutelvaluta.

Verzekeringsproduct
Tegen voorafgaande betaling van een premie of bijdrage geeft de verzekeringsovereenkomst recht op een vergoeding in geval van schade (te gelde maken van het verzekerde risico).

Verzekeringsmaatschappij
Onderneming die verzekeringscontracten aanbiedt.

Verplichte reserves
Daggelddeposito’s die worden vergoed en die de kredietinstellingen uit de eurozone bij het Eurosysteem moeten aanleggen. Via dit monetair beleidsinstrument kan de ECB een invloed uitoefenen op de liquiditeit van de banken en hun kredietcapaciteit.

Vergunning
Elke kredietinstelling naar Belgisch recht die in België activiteiten wenst uit te voeren, moet eerst worden erkend door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF), die nagaat of de instelling voldoet aan de wettelijke erkenningsvoorwaarden. Telkenjare stelt de CBF de lijsten op van alle kredietinstellingen die in België werkzaam zijn. De bijgewerkte lijsten zijn terug te vinden op de website van de CBF www.cbf.be

Verdrag van Maastricht
Het Verdrag van Maastricht werd op 7 februari 1992 ondertekend door de toen nog twaalf lidstaten van de Europese Gemeenschap, en trad op 1 november 1993 in werking.
De Europese Gemeenschappen kregen voortaan de naam van ‘Europese Unie’. Tevens werden bestaande verdragen uitgebreid met bepalingen voor een gezamenlijk beleid, o.a. ook op economisch en monetair vlak. Hierbij werden concrete afspraken gemaakt om uiterlijk in 1999 te komen tot een Economische en Monetaire Unie (EMU) met één gemeenschappelijke Europese munteenheid.

Vrij verlenen van diensten
Mogelijkheid voor een in een EU-lidstaat gevestigde kredietinstelling die door de bevoegde autoriteit in het land van herkomst is erkend, om vrij diensten aan te bieden op het grondgebied van de overige lidstaten van de Europese Unie, zonder er te zijn gevestigd.

Werkmiddelen
De werkmiddelen van de banken, of anders gezegd hun grondstoffen, kunnen in twee grote categorieën worden onderverdeeld: het eigen vermogen (vooral het gestorte kapitaal en de uitgiftepremies, de reserves, de uitgestelde winst en het fonds voor algemene bankrisico’s) en het geld van derden (vooral cliëntendeposito’s en bankiersdeposito’s).

Wereldbank
Zie Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (IBRD).

Wederzijdse erkenning
Het principe van wederzijdse erkenning impliceert dat in alle sectoren waar er geen harmonisering op Europees niveau heeft plaatsgehad of waarvoor maatregelen tot minimum- of optionele harmonisatie zijn genomen, elke lidstaat van de Europese Gemeenschap verplicht is op zijn grondgebied de producten toe te laten die op wettige wijze in een andere lidstaat van de Gemeenschap zijn vervaardigd of gecommercialiseerd.

Wisseltransactie
Dit is een verrichting waarbij de bank een bepaald bedrag in de ene munt wisselt tegen een bepaald bedrag in een andere munt op basis van een prijs die de wisselkoers wordt genoemd.
Wisseltransacties kunnen zowel met chartaal als met giraal geld.

Wisselrisico
Het wisselrisico is het risico dat de waarde van een geldsom, vordering of schuld in vreemde valuta, zal veranderen als gevolg van wisselkoersschommelingen.

Wisselmarkt
De wisselmarkt of valutamarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van vreemde valuta.
De transacties worden door professionelen verricht, zowel op de wisselbeurzen als via mondelinge of schriftelijke contacten buiten de beurs.
De prijs die hierbij tot stand komt is de wisselkoers.

Wisselkoers
De wisselkoers is de uitdrukking van de externe waarde van een munt.
Het is de prijs waartegen een munt kan worden gekocht of verkocht.
De wisselkoers kan op een directe of een indirecte manier genoteerd worden.
In het eerste geval drukt men 1 eenheid van een vreemde valuta uit in eenheden van de eigen munt (bv. 1 USD = 0.8385 EUR).
Bij een indirecte wisselkoersnotering drukt men 1 eenheid van de eigen munt uit in eenheden van de vreemde munt (bv. EUR 1 = 1,1926 USD).

Wisselbrief
Een wisselbrief is een betalingsopdracht waarbij een schuldeiser, de trekker genoemd, aan een andere persoon die zijn debiteur (de betrokkene) is, de opdracht geeft om aan een aangewezen persoon (de begunstigde) een bepaalde som op een bepaalde vervaltermijn te betalen.

Zakenbank
Zakenbanken zijn banken gespecialiseerd in het verwerven en beheren van deelnemingen in bestaande ondernemingen of in ondernemingen in opgerichting. Hun hoofdactiviteiten omvatten onder meer uitgifte en verkoop van effecten, beursintroducties, overnames, enz.

Zichtrekening of -deposito
Een zichtrekening of zichtdeposito is een gelddeposito van een cliënt bij een bank waarover hij ‘op zicht’ kan beschikken, d.w.z. al naargelang zijn behoeften en zonder termijn.