Begrippenlijst sociaal-cultureel volwassenenwerk

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Onderwijs
Datum & Land: 15/05/2007, BE
Woorden: 203


Integraal cultuurbeleid
Een cultuurbeleid dat uitgaat van de samenhang tussen de verschillende cultuurbeleidsdomeinen. Zie: cultuurbeleid

Instrumenteel leren
Leerprocessen die doelgericht worden opgezet met het oog op het verbeteren van de materiële levenscondities van de lerende. De nuttigheidswaarde van het geleerde is bepalend voor de appreciatie van het leerresultaat.

Instelling
Zie: vormingsinstelling

Ingebouwd vormingswerk
Vormingswerk dat plaatsvindt in het kader van maatschappelijke organisaties en bewegingen met een niet-educatief hoofddoel, c.q. met meer en andere hoofddoelen.

Informele educatie
Zie: informeel leren

Informeel leren
Het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden op grond van de ervaringen die men opdoet in de confrontaties met de omgeving, mogelijk los van een educatieve activiteit. Informeel leren is enerzijds het resultaat van de dagelijkse activiteiten van het individu in de persoonlijke, familiale, professionele en maatschappelijke context en anderzijds ook het resultaat van doelbewust gecreëerde leeromgevingen die mensen op een ongedwongen wijze willen stimuleren in hun leer-, ontwikkelings- en belevingsprocessen.

Individueel leren
Leerprocessen die solitair verlopen en waarbij het leerresultaat enkel individueel waarneembaar is.

Indicator
Een precieze formulering van wat gemeten gaat worden, meestal aangevuld met de reden waarom dit gemeten moet worden.

Inclusie
De insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Inclusie wordt vooral gebruikt in het discours rond allochtonen, kansarmen en mensen met een handicap - functiebeperking. De verantwoordelijkheid tot 'aanpassing' ligt niet bij een sociaal achtergestelde groep, zoals bij integratie. Het is de maatschappij die zich aanpast en diversiteit als een meerwaarde ziet. Hindernissen voor sociale participatie worden (letterlijk en figuurlijk) verwijderd, zodat iedereen naar bestvermogen kan deelnemen aan het maatschappelijk leven.

Inburgering
Het interactief proces waarbij de overheid aan vreemdelingen een specifiek programma aanbiedt, dat hun enerzijds de mogelijkheid biedt om zich eigen te maken met hun nieuwe sociale omgeving en anderzijds ertoe bijdraagt dat de samenleving de personen van de doelgroep als volwaardige burgers gaat erkennen, met als doel een volwaardige participatie van die personen in de samenleving.

Jaarverslag
Een toetsing van de in een jaarplan vooropgestelde werking in termen van behaalde resultaten met betrekking tot een bepaald jaar.

Jaarplan
Een actualisering en concretisering van een beleidsplan met opgave van doelstellingen en acties voor een bepaald voorliggend jaar.

Kansengroep
Groep van personen die minder dan gemiddeld vertegenwoordigd op bepaalde maatschappelijke werkterreinen (arbeid, onderwijs, cultuur, …).

Kansarme groep
Zie: kansengroep

Kengetallen
Cijfermatige grootheden die op een samenvattende manier relevante informatie aanbrengen over een beleid en relevant geacht worden voor en beleid.

Kunstzinnige vorming
Zie: kunsteducatie

Kunsteducatie
Alle vormen van educatie (leren) waarbij kunst en-of kunstzinnige middelen als doel of als middel worden ingezet. Kunsteducatie kan zowel kunstgericht, persoonsgericht als maatschappijgericht zijn. De leerstrategie kan actief, receptief, reflectief of (re)productief zijn.

Kwaliteitszorg
kwaliteitszorg is de managementfunctie die de organisatie richt op kwaliteit. Deze functie is te begrijpen als: er zorg voor dragen en er naar streven - in woord en daad - dat de resultaten die de organisatie beoogt, aan de vooropgestelde eisen voldoen. Daartoe bouwt de organisatie een kwaliteitsbeleid uit en zet een kwaliteitssysteem op.

Kwaliteitssysteem
Systematiek voor het sturen en beheersen van een organisatie met betrekking tot kwaliteit.

Kwaliteitscoördinator
Degene die binnen een organisatie belast wordt met kwaliteitszorg.

Kwalitatief cultuurbeleid
Een cultuurbeleid dat steunt op de deskundigheid, strategische aanpak en participatie van alle actoren en een evenwicht tussen enerzijds de culturele behoeften en anderzijds het culturele aanbod.

Kwalificaties
Competenties die via formele opleidingen verworven zijn en die gecertificeerd zijn met een attest.

Kwalificatiegetuigschrift
Getuigschrift dat de toegang tot functies op de arbeidsmarkt regelt. Zie: getuigschrift

Kwalificatiebewijs
Een bewijs dat wordt uitgereikt door organisaties die door de overheid zijn gefinancierd of gesubsidieerd. Voorbeelden van kwalificatiebewijzen zijn: diploma's, getuigschriften, certificaten, deelcertificaten, en eventueel titels en deeltitels van beroepsbekwaamheid. Deze kwalificatiebewijzen zijn gebaseerd op een standaard van coherente gehelen van competenties. Met een kwalificatiebewijs erkent de samenleving dat een individu in voldoende mate de standaard heeft bereikt. Uiteraard zijn kwalificatiebewijzen eigendom van het individu.

Landelijke vormingsinstelling
Zie: vormingsinstelling

Levenslang en levensbreed leren
Het continue proces waarbij personen en organisaties de nodige kennis, vaardigheden en attitudes verwerven om hun professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderende samenleving beter aan te kunnen en zich ook kritisch, zingevend en verantwoordelijk tegenover dit geheel te kunnen opstellen. Levenslang en levensbreed leren is rechtstreeks ingebed in het persoonlijke en het maatschappelijke leven zelf en sluit aan bij de ervaringen, de vragen en de educatieve behoeften van personen, organisaties en ondernemingen.

Lerende organisatie
Een organisatie die het leren op alle niveaus (individueel en collectief) stimuleert en zichzelf als gevolg daarvan steeds verder ontwikkelt.

Leren
Het verwerven mogelijkheden tot (meer, ander) gedrag en handelingen door middel van het opdoen van ervaringen, de vermeerdering van kennis, de vergroting van inzicht, de verandering van opinies en meningen en de vergroting van de vermeerdering van bekwaamheden, anders dan door natuurlijke groei en rijping. Het is een proces met duurzame resultaten, waarbij vanuit de confrontatie met de omgeving kennis, vaardigheden en attitudes worden ontwikkeld die uitmonden in nieuw gedrag of waarbij reeds aanwezige gedragsvormen gewijzigd (of bevestigd) worden.

Leerbewijs
Een bewijsstuk voor een opleidings- of vormingservaring. Het is een formulier dat uitgereikt wordt na het volgen van een opleiding, studiedag, cursus… en een bewijs voor de aanwezigheid van de betrokken persoon. Bij leerbewijzen heeft er geen beoordeling plaatsgevonden en werd er dus niet nagegaan of de behandelde competenties effectief verworven zijn door de deelnemer. Een leerbewijs is altijd eigendom van het individu zelf.

Maatschappelijke vorming
Educatie gericht op het verschaffen van inzicht in de verschillende samenlevingsverbanden en de bekwaming om daarin bewuster en vaardiger te functioneren.

Maatschappijoriëntatie
Vak in de basiseducatie. Voorbeelden : theorie rijbewijs, geheugentraining, gezinsleren, actief burgerschap (verkiezingen), enzovoorts. Alsook een minder gebruikte term voor 'wereldoriëntatie'.

Maatschappelijk middenveld
Zie: middenveld.

Maatschappelijk opbouwwerk
Zie: opbouwwerk

Missie
Een beknopte en krachtige omschrijving van de kernopdracht van een organisatie. Die omschrijving heeft betrekking op een langere periode, zodat de missies niet al te zeer geherformuleerd dienen te worden. Een missie is inspirerend en sturend en nodigt medewerkers uit om actief en intensief mee te bouwen aan de bruggen naar de toekomst. Een missie formuleren is kiezen voor een toekomst: een ambitieuze, duidelijke, weloverwogen en voor alle medewerkers verstaanbare toekomst.

Milieueducatie
Vorm van educatie met als eerste en belangrijkste doel mondige burgers te vormen, die in staat zijn en bereid zijn op te komen voor het behoud van de natuur en het milieu vanuit een ruime maatschappelijke betrokkenheid, een grote tolerantie en een open visie. Dit hoofddoel kan uiteenvallen in doeleinden, die aangepast aan de situatie, een specifieke didactische en pedagogische aanpak vereisen. Het kan ook gericht zijn op een sensibiliseren van de brede massa op basis van denken en handelen in ecologisch perspectief.

Middenveld
Ook: de 'civiele' maatschappij. Die maatschappelijke verbanden die niet tot de staat behoren en waarvan de kern ook niet in de individuele levenssfeer of formele economie ligt. Het terrein van allerlei vormen van collectieve actie, die politiek niet altijd zichtbaar worden, maar een belangrijk sociologische en 'pre-politieke' betekenis hebben. Zie: civil society

Middenstandsopleiding
Ook 'ondernemersopleiding'. Specifieke opleiding voor al wie zich als zelfstandige wil vestigen of een eigen zaak wil starten. Een vooropleiding hebben in het beroep of het beroep reeds uitoefenen is een vereiste.

Mondiale vorming
Het ontwikkelen van kennis en vaardigheden en het vormen van opvattingen en houdingen die van belang zijn bij het constructief werken aan een wereldsamenleving waarin alle mensen tot hun recht komen en waarin daadwerkelijk wordt geprobeerd om geweld, bewapening, sociaal-economische ongelijkheid en roofbouw op het milieu terug te dringen. Het begrip verwijst naar burgerschapsvorming als wereldburger, aspecten ervan zijn: vredeseducatie, ontwikkelingseducatie, milieueducatie.

Nascholing
Meestal na een beroepsopleiding gegeven opleiding die ten doel heeft het vroeger geleerde op te halen en aan te vullen.

Navorming
Synoniem voor 'nascholing'. Wordt enkel in Vlaanderen gebruikt.

Niet-formele educatie
Zie: niet-formeel leren.

Niet-formeel leren
Vorm van educatie geactiveerd binnen een gestructureerde of geïnstitutionaliseerde context waarbij de deelnemer kennis, inzicht en vaardigheden vergroot voor zichzelf en voor anderen, met het oog op persoonsontplooiing en het actief participeren in een democratische samenleving, en waarbij een sociaal-culturele methodiek wordt gehanteerd. Niet-formeel leren is daarmee het resultaat van interactieve en dialogale processen waarbij de deelnemers zowel de inhoud, het proces als de finaliteit mee bepalen.

Omscholing
Leerprocessen waarbij de lerende een nieuw beroep aanleert of zich bijschoolt in functie van een andere beroepsfunctie.

Ontwikkelingseducatie
Leerprocessen waarbij de internationale verstandhouding, de mensenrechten en de samenwerking tussen Noord en Zuid centraal staan.

Ontmoeting
De gecreëerde gelegenheid waarop personen of groepen elkaar treffen.

Opleidingscheques
Een betalingsmiddel dat deels door de overheid wordt gesubsidieerd en tot doel heeft mensen aan te sporen zich te vormen of bij te scholen. Er bestaan (papieren) opleidingcheques voor werknemers en (elektronische) opleidingscheques voor werkgevers (lees: bedrijven). De cheques kunnen verzilverd worden bij een reeks erkende opleidingsverstrekkers.

Operationele doelstellingen
Doelen die worden geformuleerd in termen van een beoogd effect of resultaat, zodat op een of andere manier kan worden waargenomen of een verandering in de realiteit in die richting gaat of samenvalt met wat wordt nagestreefd.

Openbare bibliotheek
Een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning. Ze bemiddelt actief bij het beantwoorden van deze vragen. De openbare bibliotheek is actief inzake cultuurspreiding en cultuurparticipatie, ze werkt in een geest van objectiviteit en vrij van levensbeschouwelijke, politieke en commerciële invloeden.

Open leren
Leerprocessen die verlopen in contexten waarbij de (leer)doelen niet vooraf vastgelegd zijn.

Open aanbod
Een aanbod dat voldoende tijd vooraf openbaar is aangekondigd en waarop ieder persoon vrijwillig kan inschrijven.

Opbouwwerk
Een methodische en intentionele wijze om met en door de bevolking het op welzijn gerichte functioneren van de samenleving op zich te bevorderen door het scheppen van omstandigheden, structuren en relaties die bijdragen tot een grotere participatie aan en integratie in het maatschappelijk gebeuren. Opbouwwerk bestaat zowel in België als in Nederland.

Oudervorming
Systematische ontwikkeling van kennis, attitudes en vaardigheden die vereist zijn voor de opvoeding van kinderen, de gezinsrelaties en het spelen van de ouderrol in het gezin en de samenleving.

Ouderenvorming
Educatie voor oudere mensen, met bijzondere aandacht voor hun specifieke situatie op fysiek, psychisch, sociaal en economisch vlak, zowel in de vorm van informatie als met het doel verandering teweeg te brengen in attitudes en gedrag.

Participatie
Een aandeel hebben in een sociaal of cultureel gebeuren en daardoor er ook deel aan nemen.

Permanente educatie
Verouderde term voor 'levenslang en levensbreed leren'. Zie: levenslang en levensbreed leren.

Projectmatig werken
Een manier van werken waarbij het leerproces is geënt op het realiseren van een welbepaald project. Kenmerkend hiervoor is dat de actie het leren ondersteunt en dat men leert van de actie.

Programma
Een vooraf aangekondigde activiteit die een groep deelnemers in staat stelt, onder deskundige begeleiding, kennis, inzicht, vaardigheden of vermogen tot expressie te verwerven of te bevorderen inzake een duidelijk vooropgesteld onderwerp. Een programma is gekenmerkt door een continuïteit in methodische opbouw, in deelnemersgroep en in groepsbegeleiding.

Relationele functie
Het ontwikkelen of in stand houden van relaties, netwerken en sociaal weefsel.

Sleutelcompetenties
Een complex geheel van algemene en transferabele kennis, vaardigheden en houdingen die bijdragen tot de verbetering van je eigen leren en presteren. Ze zijn van belang bij wat je doet binnen de educatie en opleiding, bij het werken en leven in het algemeen. Sleutelcompetenties helpen het individu om een succesvol en verantwoord (zingeving) leven te leiden en zijn tevens een voorwaarde voor een goedfunctionerende maatschappij.

Sociale samenhang
Zie: sociale cohesie

Sociale cohesie
De samenhang tussen mensen in een gemeenschap, de sociale relaties tussen mensen.

Sociale actie
Een vorm van maatschappelijke activering.

Sociale activering
Zie: sociale actie

Sociaal-culturele vereniging
Zie: vereniging

Sociaal-culturele volkshogeschool
Zie: volkshogeschool

Sociaal-cultureel werker
Agogische beroepskracht in het sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Sociaal-culturele beweging
Zie: beweging

Sociaal-culturele methodiek
Een wijze van denken en handelen, die gesteund is op reflectie, ervaringsdeskundigheid en wetenschappelijke inzichten. De sociaal-culturele methodiek wordt gebruikt om individuen en groepen aan te spreken en te activeren in één of meerdere bestaansdimensies en in hun diverse leefsituaties. Als doelstellingen staan het ontwikkelen van een eigen identiteit, het bevorderen van sociale integratie en maatschappelijke participatie en de opbouw van een democratische, duurzame en inclusieve samenleving voorop, daartoe worden op bewuste en doordachte wijze open kansen geschapen, die uitnodigen tot ontmoeting en informeel leren en er worden processen van kritische bewustwording, reflexieve verantwoording en persoonlijke bekwaming gestimuleerd. Er wordt ook aangezet tot de ontwikkeling van sociale, culturele en communicatieve competenties en de vorming van sociale netwerken en culturele symbolen. In het scheppen en benutten van deze kansen zijn de betrokken personen en groepen actieve deelnemers, met wie de medewerkers in dialoog treden over de concrete doelen en de aanpak.

Sociaal-cultureel volwassenenwerk
Alle activiteiten die de ontplooiing van volwassenen en hun maatschappelijke participatie willen bevorderen. Personen nemen er vrijwillig aan deel, los van enig schoolverband en los van elke vorm van beroepsopleiding.

Sociaal-cultureel
De sociale en culturele situatie van een individu of groep betreffend. Het Frans maakt onderscheid tussen 'socio-cultureel' en 'social-éducatif', waarbij de eerste term iets ruimer is dan de tweede. In het Nederlands dekt de term 'sociaal-cultureel' beide aspecten.

Sociaal netwerk
Een verzamelnaam voor een netwerk van betekenisvolle figuren (familie, vrienden en kennissen) dat functioneert als ondersteuningsbron voor het eigen welzijn en welbehagen en dat van de personen in het netwerk.

Spontaan leren
Leerprocessen die zich in dagelijkse omstandigheden of natuurlijke omstandigheden ontwikkelen.

Strategische doelen/doelstellingen
De strategische doelen zijn de vertaling van de missie in doelstellingen. Het zijn de algemene hoofddoelen van een organisatie op lange termijn, waarbij een antwoord wordt geformuleerd op de vraag 'Wat willen we bereiken?'

Strategische adviesraad
Elk permanent orgaan, opgericht bij decreet, dat tot taak heeft om het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering of de individuele ministers te adviseren over strategische beleidsaangelegenheden.

Strategisch leren
Leerprocessen die verlopen in contexten waarbij de (leer)doelen vooraf vastgelegd zijn. Strategisch leren is doelgericht daar de lerende vooraf bepaalde bedoelingen heeft en zich vooraf een beeld heeft gevormd van de toestand waarin hij zich moet bevinden na afloop van het leerproces.

Steunpunt
Een organisatie of instantie die aan een bepaald deel van het culturele landschap ondersteuning verleent. Een steunpunt werkt autonoom, als tussenpersoon en katalysator tussen beleid en werkveld (artiest, organisatie, vereniging, …).

Standaard
Een soort van meetlat waaraan iets moet voldoen om als kwaliteitsvol beschouwd te worden. Het is een soort van kwaliteitskader waaraan voldaan moet worden.

Subjectieve behoefte
Een min of meer expliciet geformuleerd aanvoelen van een gemis of tekort, in een door een persoon als moeilijk of problematisch beschreven situatie, hetwelk door die persoon in mindere of meerdere mate als lenigbaar of oplosbaar wordt gezien.

SWOT-analyse
Een methode om bv. de beleidsuitdagingen voor de organisatie te kunnen bepalen. 'Swot' staat voor strenghts (sterktes), weaknesses (zwaktes), opportunities (kansen) en treats (bedreigingen). Op basis van een analyse van de interne sterktes en zwaktes van de organisatie en van de externe opportuniteiten en bedreigingen komt men tot de formulering van beleidsuitdagingen.

Syntra
Opleidingsnetwerk voor zelfstandige ondernemers in Vlaanderen, gesubsidieerd door de overheid (meer bepaald door het het Vlaams Instituut voor zelfstandig ondernemen). De lesplaatsen van Syntra (voorheen de 'Centra voor Middenstandsopleiding') zijn verdeeld in vijf koepels. Hun aanbod omvat opleiding, vorming en begeleiding.

Syndicale vormingsinstelling
Een instelling die, in een open aanbod voor de ruime syndicale beweging, zich specifiek richt tot personen in een arbeidssituatie of tot personen in een situatie van werkloosheid, via vorming die niet-beroepsgericht is en waarbij de deelnemer kennis, inzicht en vaardigheden vergroot voor zichzelf en voor anderen, met het oog op persoonsontplooiing en het functioneren in de samenleving, in het bijzonder op het vlak van de culturele, maatschappelijke en sociaal-economische participatie in het licht van een actief burgerschap. De syndicale vormingsinstelling heeft naast een culturele en een gemeenschapsvormende functie in hoofdzaak een educatieve functie en hanteert een sociaal-culturele methodiek

Thema
Een duidelijk af te bakenen onderwerp van een sociaal-culturele activiteit of een reeks activiteiten. Gespecialiseerde vormingsinstellingen richten zich in hun werking tot één thema of cluster van nauw verwante thema's.

Transformatief leren
Zie: communicatief leren

Tweedekansonderwijs
Onderwijsvorm volwassenen de kans te geven om nog een diploma (algemeen, beroeps- of technisch) secundair onderwijs te behalen. Het tweedekansonderwijs wordt georganiseerd door centra voor volwassenenonderwijs. Zie: centrum voor volwassenenonderwijs

Vaardigheid
Eén component van een competentie, aangewend om een probleem op te lossen. Een vaardigheid wordt doorgaans gebruikt om die handelingen te vatten die men met precisie en gemak (routineus) kan uitvoeren zonder dat er nog cognitieve componenten aan te pas komen.

Vereniging
Een netwerk van afdelingen of groepen, dat gericht is op de zingeving en emancipatie van leden en deelnemers, met het oog op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing. Een vereniging heeft een gemeenschapsvormende functie, een culturele functie, een maatschappelijke activeringsfunctie en een educatieve functie. Een vereniging ontplooit een werking in groepsverband en hanteert een sociaal-culturele methodiek.

Vormingswerker
In de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk gebruikt als synoniem voor sociaal-cultureel werker. Zie: Sociaal-cultureel werker

Vormingsinstelling
Een organisatie die een vormingsaanbod organiseert met een betrekking tot een welbepaald thema (of cluster van nauw verwante thema's) of een welbepaalde (bijzondere) doelgroep. De vormingsinstellingen hebben in hoofdzaak een educatieve functie en hanteren een sociaal-culturele methodiek.

Vormingswerk
Het aanbieden van vormingsmogelijkheden ter bevordering van een proces waardoor mensen komen tot het ontwikkelen van een eigen identiteit en tot een bewuste plaatsbepaling en zelfstandig kunnen hanteren van de eigen mogelijkheden in de sociale relaties en handelingen, door middel van vergroting van kennis en inzicht, toetsing van de eigen opinies en gevoelens aan die van anderen, verbetering van vaardigheden en expressievermogen.

Vorming
Proces in de persoon waardoor deze komt tot het ontwikkelen van een eigen identiteit en tot een bewuste plaatsbepaling en zelfstandig kunnen hanteren van de eigen mogelijkheden in sociale relaties en handelingen, het kunnen hanteren van de eigen mogelijkheden in diverse levenssituaties.

Voorlichting
Het geven van informatie door middel van communicatie, waardoor een geïnteresseerde kan komen tot een betere afweging en tot een keuze bij het nemen van beslissingen en het vormen van meningen in een concrete situatie. Bijvoorbeeld: consumentenvoorlichting, gezondheidsvoorlichting, overheidsvoorlichting, budgetvoorlichting, enz.

Volwassenenonderwijs
Onderwijs voor volwassenen, dat in verschillende vormen wordt aangeboden: onderwijs voor sociale promotie en tweedekansonderwijs, basiseducatie, afstandsonderwijs.

Volwasseneneducatie
Het organiseren van voorzieningen en activiteiten gericht op de vergroting van kennis, inzicht en vaardigheden, door volwassenen voor zichzelf of voor anderen.

Volksontwikkelingswerk
Verouderde term voor sociaal-cultureel volwassenenwerk. Zie: sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Volkshogeschool
Een pluralistische organisatie met als heeft tot doel het organiseren, structureren en coördineren van het niet-formele educatieve aanbod in een afgebakende regio. Een volkshogeschool heeft naast een culturele en gemeenschapsvormende functie, in hoofdzaak een educatieve functie en hanteert een sociaal-culturele methodiek. (Vlaanderen)
-Instelling voor vormingswerk, al dan niet in internaatsverband, oorspronkelijk naar Scandinavisch model (internationaal)

Vrijwilligerswerk
Activiteiten die in enig georganiseerd verband onverplicht (op basis van een vrijwillig engagement) en onbezoldigd worden verricht ten behoeve van anderen of van de samenleving.

Vrijwillig leren
Een leerproces als gevolg van een zelfstandige beslissing van de lerende, geïnitieerd door levenservaringen of omstandigheden waarin de lerende zich onvoldoende competent voelt om adequaat te handelen.

Vrijetijdseducatie
Educatie waarbij de deelnemers hun vrije tijd beter leren gebruiken. De activiteiten draaien meestal rond recreatieve en culturele onderwerpen. Vrijetijdseducatie betekent ook: vorming en opvoeding tijdens de vrije tijd.

Vredesvorming
Zie: vredeseducatie

Vredeseducatie
Vorm van educatie met als eerste en belangrijkste doel mondige burgers te vormen die in staat zijn en bereid zijn op de komen voor de bevordering van de vrede, voor het annuleren van de bewapening en voor het oplossen van internationale conflicten.