Bladmineerders - Nederlandse plantennamen
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > Nederlandse plantennamen
Datum & Land: 05/10/2007, NL
Woorden: 645
witbol
Holcus, witbol • vlekmijn: Coleophora lixella
• gang- of blaasmijn => 2
witlof
Cichorium, cichorei • mijn in de vlezige witte (geëtioleerde) bladeren van witlof; in de gangen weinig of geen frass => 2
• mijn in normale, groene bladeren; frass normaal aanwezig => 4
witte acacia
Robinia, witte acacia • hagelwitte onderzijdige, afgeronde vouwmijnen, vaak met verscheidene larven of poppen: Phyllonocter robiniella
• wittige bovenzijdige blaasmijn, bovenop de hoofdnerf, smal, met lobbige uitlopers: Parectopa robiniella
wolfskers
Atropa, wolfskers • boven- of onderzijdige gangmijn: Liriomyza bryoniae
• blaasmijn => 2
wolfsmelk
Euphorbia, wolfsmelk • vlekmijn: Apterona helicoidella
• klein mijntje in de schutblaadjes van de bloeiwijze: Ophiomyia beckeri
• gang- of blaasmijn in de gewone bladeren => 2
wolfspoot
Lycopus, wolfspoot • vlekmijn; zak bruinzwart: Coleophora albitarsella
• mijn boven- of onderzijdig; larve een made => 2
wollegras
Eriophorum, wollegras • larve met gechitiniseerde kop; verpopping buiten de mijn => 2
• larve een made; puparium in de mijn: Cerodontha geniculata
wollige distel
Cirsium, vederdistel • mijn op of (gedeeltelijk) in de hoofdnerf => 2
• mijn niet geassocieerd met de hoofdnerf => 5
wolverlei
Arnica, valkruid • gangmijn met de frass in een middenband: Digitivalva arnicella
• gangmijn met de frass aan de zijkant van de mijn, meestal in twee duidelijke rijen => 2
wondklaver
Anthyllis, wondklaver • vlekmijn; larve mineert vanuit een buis van spinsel buitenop het blad; mijn bevat weinig of geen frass: Scythris siccella
• gang- of blaasmijn; mijn bevat gewoonlijk frass => 2
wormkruid
Tanacetum, boerenwormkruid • vlekmijn => 2
• gang- of blaasmijn => 4
wouw
Reseda, reseda • mijn voldiep, zeer transparant; larve met gechitiniseerde kop => 2
• mijn (meestal) geheel onder- en-of bovenzijdig; larve een made => 4
wrangwortel
Helleborus, nieskruid • zich tot een langerekte blaas verbredende bovenzijdige gangmijn; larve een made; puparium in de mijn, in een onderzijdige kamer: Phytomyza hellebori
zachte haver
Helictotrichon, veldhaver • larve met gechitiniseerde kop => 2
• larve een made => 3
zandblauwtje
Jasione, zandblauwtje • gangmijn, bovenop de hoofdnerf, veerrvormig vertakt; frass in sliertjes; verpopping na het verlaten van de mijn: Liriomyza strigata
• mijn niet geassocieerd met de hoofdnerf, niet veervormig; frass in verspreide korrels; puparium in de mijn, in een, gewoonlijk onderzijdige, poppenwieg: Chromatomyia horticola
zandhaver
Elymus **, kweekgras • vlekmijn: Coleophora lixella
• gangmijn => 2
zandkool
Diplotaxis, zandkool • mijn begint of eindigt in stengel, bladsteel of hoofdnerf => 2
• mijn hoogstens op de hoofdnerf, of vrij in de bladschijf => 4
zandmuur
Arenaria, zandmuur • vlekmijn => 2
• gang- of blaasmijn => 4
zeedistel
Eryngium, kruisdistel • blaasmijn, voorafgegaan door kort breed gangetje; vraatlijnen duideliijk : Euleia heraclei**
• gangmijn => 2
zeekraal
Salicornia, zeekraal • vlekmijn: Coleophora atriplicis
• larve met gechitiniseerde kop => 2
• larve een made => 3
zeepkruid
Saponaria, zeepkruid • larve mineert niet alleen de bladeren, maar boort ook in de stengel; planten daardoor met verwelkte top: Delia echinata
• larve mineert alleen in de bladeren => 2
zeepostelein
Honckenya, zeepostelein • de larve, een made, mineert het ene blad na het ander uit en verhuist door zich door de stengel heen te boren: Delia quadripila
zeeraket
Cakile, zeeraket • larve met gechitiniseerde kop; mijn meestal voldiep => 2
• larve een made; mijn onder- en-of bovenzijdig => 4
zeeuws knoopje
Astrantia, astrantia, zeeuws knoopje • puparium in de mijn; slanke gangmijn: Chromatomyia horticola
• larve verpopt buiten de mijn; gangmijn, maar op willekeurige plaatsen sterk verbreed, blaasachtig: Phytomyza astrantiae
zeewinde
Convolvulus, winde, incl. Calystegia • onregelmatige blaasmijn: Bedellia somnulentella
• duidelijke gangmijn => 2
zegge
Carex, zegge • ovipiositieplek afgedekt met een glimmende druppel opgedroogd secreet => 2
• niet zo'n secreetdruppel => 3
zenegroen
Ajuga, zenegroen • mijn voldiep; larve met gechitiniseerde kop => 2
• mijn onder- of bovenzijdig; larve een made => 3
zevenblad
Aegopodium, zevenblad • korte, heldere voldiepe gangmijntjes, meestal verscheidene bijeen in de oksels van de zijnerven; larven met duidelijke poten en kop; oudere larven zitten alleen nog maar met kop en borststuk in de mijn: Epermenia chaerophyllella
• individuele mijnen groter, bovenzijdig, soms ten dele ook onderzijdig; larven zonder poten of herkenbare kop (maden) => 2
zilverkaars
Cimicifuga, wantsenkruid • grote bovenzijdige blaasmijn; verpopping buiten de mijn: Phytomyza actaeae
zilverschoon
Potentilla **, ganzerik • blaasmijn, zonder spoor van een begingang => 2
• gangmijn, al dan niet overgaand in een blaas => 4
• vlekmijjn; larve in lapjeszak => 10
zilverspar
Abies, zilverspar • gemineerd naalden niet verbonden door spinsel: Argyresthia fundella
• gemineerde naalden verbonden door, of samengesponnen in, spinsel => 2
zonneboem
Helianthus, zonnebloem • frass in duidelijk van elkaar gescheiden korrels; verpopping in de mijn in een, gewoonlijk onderzijdige, poppenwieg: Chromatomyia cf. syngenesiae
• frass in sliertjes; de larve verlaat voor de verpopping de mijn via een halfcirkelvormige snede in de epidermis => 2
zonneroosje
Helianthemum, zonneroosje • vlekmijn => 2
• gangmijn, overgaand in, en meestal overlopen door, een blaasmijn: Mompha miscella
zoutgras
Triglochin, zoutgras • mijn breed, voldiep; larve met gechitiniseerde kop: Scrobipalpa stangei
• mijn smal, onder- of bovenzijdig; larve een made => 2
zoutmelde
Atriplex, melde (incl. Halimione, Obione) • vlekmijn => 2
• mijn voldiep; larve met gechitiniseerde kop => 4
• mijn onder- of bovenzijdig; larve een made => 9
zulte
Aster, aster, zulte • draaddunne, zeer lange gangmijn op Aster tripolium: Bucculatrix maritima
• mijn anders en-of een andere waardplant => 2
zuring
Rumex, zuring • vlekmijn: Adscita statices
• bruine vouwmijn: Calybites phasianipennella
• zeer klein gang- of blaasmijntje, langste as < 1 cm, meestal verscheidene in een blad: Hypera rumicis
• gangmijn, al dan niet overgaand in een blaas => 2
• blaasmijn zonder duidelijke begingang => 4
zwaluwtong
Fallopia **, kielduizendknoop • grote doorschijnende blaasmijn, waarin een of meer grote maden: Pegomya setaria ****
• mijn kleiner; larve met gechitiniseerde kop, solitair => 2
zwanenbloem
Butomus, zwanenbloem • wittige gangmijn in blad of bloemstengel: Hydrellia concolor
• mijn veel dieper in het blad, of in het merg van de bloemstengel - feitelijk meer een boorgang dan een mijn => 2
zwarte bes
Ribes, ribes • van begin tot eind een zeer smalle gangmijn; begint met een spiraaltje, tenzij de mijn vlakbij de bladrand ligt; frass in fijne centrale lijn; larve leeft later vrij: Euhyponomeutoides ribesiella
zwarte mosterd
Brassica, kool • mijn begint of eindigt in stengel, bladsteel of hoofdnerf => 2
• mijn hoogstens óp de hoofdnerf, overigens vrij in de bladschijf => 8
zwartkoren
Melampyrum, zwartkoren • kort gangetje dat lijkt te verdwijnen in een dikke nerf; larve leeft vervolgens als stengelboorder: Phytomyza rostrata
zwartmoeskervel
Smyrnium, zwartmoeskervel • voldiepe onregelmatige gangmijn; larve met gechitiniseerde kop: Orthochaetes insignis
• bovenzijdige blaasmijn; larve een made: Euleia heraclei
zwartsteel
Asplenium (incl. Phyllitis), streepvaren • larve in de hoofdnerf vlakbij de bladspits, die daardoor naar beneden oprolt; geen echte mineerder: Chirosia grossicauda
• gang- of blaasmijn => 2
zwenkgras
Festuca, zwenkgras • larve met gechitiniseerde kop; verpopping buiten de mijn => 2
• larve een made; puparium in of buiten de mijn => 3