J. van der Wijk - Woordenboek voor de beurs
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën
Datum & Land: 06/07/2011, NL
Woorden: 519
Refcorp
Amerikaanse instelling die kapitaal vergaart om de problemen bij geruïneerde Amerikaanse spaarbanken op te lossen. RTC.
Red herring
concept emissieprospectus in de V.S. De naam is afkomstig van de in rood gedrukte waarschuwing op de kaft van de prospectus, die vermeldt dat niet alle informatie met betrekking tot de emissie is opgenomen en dat een deel van de gegevens in de uiteindelijke prospectus nog gewijzigd kan worden.
Recovery funds
Britse benaming voor beleggingsfondsen die zich concentreren op organisaties waarvan de winsten en aandelenkoersen zijn ingestort, in de hoop op koersherstel. Risicovol. beleggingsfonds, risk capital.
Recessie
economische achteruitgang.
Real-time index
op elk moment bijgehouden index die als totale barometer van het klimaat op de nationale beurzen fungeert.
Reactie
eufemisme voor scherpe koersval. beursstemmingen.
Risk capital
durfkapitaal. Kapitaal dat wordt uitgetrokken om te beleggen in een onderneming die geen garanties kan geven. De kans op verlies is aanwezig, hoewel er ook kans is op aanmerkelijke winst.
Risicodragende stukken
eigen vermogen plus achtergesteld vreemd vermogen.
Rocks
aandelen Xerox.
Royeren
het doorhalen van een bestens- of gelimiteerde aan- of verkooporder.
Run-up
opwaartse beweging van de koersen op de financiële markten.
Ruilorder
gecombineerde aan- en verkooporder. De koop mag niet doorgaan als de verkoop niet uitgevoerd is, en omgekeerd. bestensorder, dagorder, doorlopende order, gelimiteerde order, stop-loss order, zonder forceren.
Samengestelde leading indicator
gemiddelde van verschillende leading indicators. Wanneer deze indicator bij voorbeeld begint te dalen, hetgeen impliceert dat de gemiddelde leading indicator een groeivertragend effect gaat krijgen, zal de top van de economische groeicyclus binnen niet al te lange tijd worden bereikt. conjunctuurbarometer, lead-lag methode.
Savings and Loan Industry
spaar- en financieringsbanken in de V.S. Ook: thrifts. Refcorp, RTC.
Schrijven
emitteren. Ook: afgeven van opties.
Schatkistpapier
schuldbekentenissen van de overheid, te verdelen in: Schatkistpromessen, looptijd maximaal 1 jaar; schatkistbiljetten, looptijd maximaal 5 jaar; schatkistcertificaten, looptijd 10 jaar. In België zijn alle schatkistpapieren schatkistcertificaten.
Scrip issue
extra uitgifte van aandelen aan bestaande aandeelhouders. Meestal als vorm van dividend.
SCP
Sociaal en Cultureel Planbureau.
SER
Sociaal Economische Raad.
Seller's market
markt waarop de vraag groter is dan het aanbod, waardoor de verkopers tot op zekere hoogte de prijzen kunnen bepalen. buyer's market.
SEC
Security and Exchange Commission. Amerikaanse beurscommissie, onafhankelijk orgaan dat toezicht houdt op de Amerikaanse beurzen. De SEC kent een groot aantal regels, de zogenaamde SEC-rules. Overtreding van de regels is strafbaar en in een aantal gevallen zelfs een misdrijf in de zin van de strafwet. watchdog.
SEAQ
elektronische beursvloer van Londen. elektronische vloer, NASDAQ, program-trading.
SFO
Serious Fraude Office. Het bureau fraudebestrijding van Scotland Yard.
Short squeeze
verschijnsel waarbij de ingenomen baissepositie moet worden ingedekt, hetgeen koersstijgingen aanwakkert.
Shark repellent
iemand die een verval of fusie voorkomt. raider.
Slam dunk
basketbalterm. Een krachtige score, zonder noemenswaardige oppositie. Vaak gebruikt bij (ongewenste) bedrijfsovernames. raider.
Solvabiliteit
de mate waarin de onderneming in staat is te allen tijde aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Extern wordt dit vaak afgemeten aan de dekking die het eigen vermogen verschaft aan de houders van het vreemde vermogen (= verhouding gemiddeld eigen vermogen - gemiddeld totaal geïnvesteerde vermogen). liquiditeit.
Sour crude
zware soort ruwe olie die o.a. meer zwavel bevat dan sweet crude. Hoe zwaarder de olie, hoe hoger de kosten van het raffineren. Brent, Dubai, Platt's notering, WTI.
Spread
1.Het verschil tussen het bod en de vraagprijs. Vraagprijs = 20, bod = 19, spread = 1. 2.Begrip van de optiebeurs. Met spreads beoogt men te kunnen profiteren van een bepaalde trend van de beurzen. Bull spread: men probeert te profiteren van een waarschijnlijk opwaartse trend. Bear spread: men probeert te profiteren van een waarschijnlijk dalende t...
Spot market
de open markt, waar ter plekke (on the spot) goederen worden verhandeld, of futures die de lopende maand aflopen.
Splitsing van obligaties
de mantel en het couponblad van een obligatie kunnen van elkaar worden gescheiden. De mantel kan vaak beneden pari worden verworven, terwijl 100% wordt betaald op het moment van aflossing. Het voordeel van het kopen van de mantel is dat er geen jaarlijkse rente-uitkering hoeft te worden herbelegd. Voor sommigen, bij voorbeel...
Spilkoers
vastgestelde wisselkoers in het EMS.
Speculeren
gokken; een bestemming geven aan gespaard of geleend geld, in de hoop op een snelle winst.
Speculatief
onzeker.
Specialist
hoekman. De specialists hebben ieder een aantal fondsen onder hun hoede, waarvoor ze de handel op gang moeten houden. Ze moeten zorgen dat er aanbod is bij een ruime vraag, en andersom. Ze nemen orders aan van brokers, maar handelen ook voor eigen rekening. Op de NYSE werken zo'n 52 organisaties als specialist. broker, fonds, ...
Stroppenpot
VAR.
Strips
Amerikaanse staatsobligaties die door daartoe bevoegde instellingen van de coupon zijn ontdaan. Het zijn dan obligaties zonder rente geworden. Door een wetswijziging worden de koerswinsten op strips tegenwoordig door de Nederlandse fiscus belast, behalve de koerswinst op strips die voor 18-12-1987 zijn gekocht.
Street, the
Wall Street.
Straight bond
obligatie met een vaste rente.
Straddle
begrip van de optiebeurs. Men verkoopt tegelijk put-opties (puts) en call-opties (calls) van dezelfde effecten. De afnemers van de puts en calls gokken tegen betaling van premie op resp. een koersdaling en een koersstijging. Ook: dubbele sandwich. call-optie, put-optie, spread.
Storneren
het uithalen van een affaire.
Stop-loss order
verkoopopdracht met het doel verliezen te beperken bij dalende koersen. De verkoop komt tot stand op de afgesproken stop-loss limit of de eerste koers daaronder. bestensorder, dagorder, doorlopende order, gelimiteerde order, ruilorder, zonder forceren.
Stockjobber
hoekman op de Londense Stock Exchange. hoekman(sbedrijf).
Stockdividend
dividend dat wordt uitgekeerd in de vorm van aandelen, in plaats van contanten. cashdividend.
Stock-owning trust
aandelenfusie.
Stock-option
het recht dat aan (hogere) personeelsleden wordt toegekend om gedurende een bepaalde termijn (meestal een aantal jaren) aandelen in de eigen onderneming te mogen kopen.
Stilleggen van de computerhandel
de reglementen van bij voorbeeld de Newyorkse beurs schrijven voor dat de computerhandel moet worden gestaakt wanneer de Dow Jones-index voor 30 industriële aandelen 50 punten of meer is gedaald.
Stierenmarkt
tijd van stijgende koersen. berenmarkt.
Stieren
degenen die gokken op een koersstijging. Ook: haussiers. beren.
Sterfhuisconstructie
splitsing van een onderneming in winstgevende en verlieslatende delen.
STE
Stichting Toezicht Effectenverkeer.
Static-hedging
het uit voorzorg verkopen van termijncontracten, ongeacht het beursverloop. dynamic-hedging, hedging, program-trading.
STAQS
elektronische vloer waar vijf Chinese beurzen en achttien effectenmakelaars op zijn aangesloten. Voorlopig uitsluitend voor de handel in Chinese staatsobligaties.
Standard & Poor's
beleggingsadviesbureau in de V.S. S&P's voeren o.a. de volgende indexen: Industrial, Transport, Finance en de algemeen gemiddelde index. (500 stocks) credit rating agency, index.
Stale bull
handelaar op de effecten- of termijnmarkt die op papier winst heeft, maar deze winst bij gebrek aan kopers niet in geld kan omzetten.
Stag
speculant op de beurs die probeert te verdienen aan pas geëmitteerde effecten, door ze met winst te verkopen. emissie.
Stukken
alle mogelijke verhandelbare waardepapieren.
Surplusobligatie
een vorm van achtergestelde obligaties, waarbij het nadeel van de achterstelling wordt gecompenseerd door een surplusrente. achtergesteld.
Sweet crude
lichte soort ruwe olie, waaruit veel lichte produkten kunnen worden gemaakt, zoals benzine, diesel en huisbrandolie. De prijs per vat is daarom hoger dan die van de sour crude. Brent, Dubai, Platt's notering, WTI.
Swaps
algemeen: het kopen van het ene stuk en het verkopen van een ander. Meestal gebruikt met betrekking tot de handel in termijncontracten en valuta-opties, om zich in te dekken tegen valutarisico's.
Syndicaat
groep emissiebanken. emissiebank.
Termijnmarkt
termijnhandel. Enkele belangrijke termijnmarkten zijn: Chicago, Singapore, Londen, New York, Winnipeg en Amsterdam.
Termijnhandel
het kopen en verkopen van effecten-goederen voor levering op een toekomstig tijdstip, met de bedoeling die effecten-goederen op dat overeengekomen tijdstip niet te ontvangen, noch te leveren, maar de contracten af te wikkelen door het prijsverschil te verrekenen.
Tendersysteem
de inschrijver op een emissie moet hierbij opgeven hoeveel effecten hij wil hebben en welke koers hij bereid is daarvoor te betalen. Ook: Amerikaanse tender.
Tender-/toonbankuitgifte
staatslening die begint volgens het tendersysteem en na een van tevoren vastgestelde datum toonbankuitgifte wordt, waarbij de koers dagelijks wordt vastgesteld en doorlopend aanpasbaar is. toonbanksysteem.
Technisch analist
iemand die het historisch koersverloop van aandelen en obligaties bestudeert om het toekomstig koersverloop te kunnen voorspellen. analist, fundamenteel analist. TED-spread: het verschil tussen de LIBOR en het rentepercentage van kortlopend Amerikaans schatkistpapier. De TED-spread wordt groter of kleiner naarmate de r...
Thesaurier
beheerder van de schatkist.
Total return
koerswinst plus dividend.
Totaalcoupure
de uitgeschreven lening wordt op een enkel obligatiebewijs uitgebracht.
Toondereffecten
effecten zonder naamaanduiding.
Toonbanksysteem
het verstrekken van (staats)obligaties tegen een dagelijks bij te stellen koers. De duur van de afgifte is afhankelijk van de marktomstandigheden. Wanneer genoeg geld binnen is, wordt de toonbank gesloten. tender--toonbankuitgifte, tendersysteem.
Tontine-stelsel
vernoemd naar bedenker Lorenzo Tonti. Spaarkas-systeem. Een groep mensen spaart samen; aan het eind van de spaartermijn worden het geld en het rendement onder de inleggers verdeeld.
Toelaatbaar beroep op de bank
contingent.
Triple witching days
koersschommelingen op de dagen dat de driemaandelijkse afwikkeling van futures en opties samenvalt. option cycles.
Trendlijn
koersrichting zoals aangegeven op de grafieken van kaartlezers. chart.
Treasury bill
Amerikaans kortlopend schatkistpapier. Ook: treasury bond.
Treasury-afdeling
de afdeling treasury van een (Nederlandse) gemeente houdt zich bezig met het centrale saldo- en liquiditeitsbeheer van verschillende gemeentelijke diensten. Nieuw verschijnsel. Den Haag was in Nederland de eerste gemeente met een centrale treasury-afdeling.
Uitoefenen
gebruik maken van het recht tot koop of verkoop van opties. call-optie, put-optie.
Uitloten
via loting wordt bepaald welke premie-obligaties worden afgelost, dan wel een premie krijgen. Uitloting geschiedt door een notaris en wordt gepubliceerd.
Unit trust
beleggersfonds dat grote hoeveelheden effecten koopt en deze als aandelen (units) in het totaalbezit verkoopt aan het publiek. De dividenden worden uitgeloot en over de aandeelhouders verdeeld. Banken of verzekeringsmaatschappijen treden vaak op als gevolmachtigde. In Amerika: mutual funds.
Underwriter
lett.: onderschrijver. Meestal een emissiebank. Men gaat ermee akkoord een bepaald gedeelte van een emissie van een bedrijf te kopen wanneer er onvoldoende door het publiek wordt gekocht. Ook: tussenpersoon bij Britse verzekeringsmaatschappij.
Upgrading
opwaardering van een fonds. credit rating agency, downgrading.
Vast
Beursstemming. Andere stemmingen: Afbrokkelend, Beter, Bloedvast, Booming, Dood, Flauw, Gedrukt, Lui, Prijshoudend, Vast, Verdeeld, Vriendelijk, Willig, Zeer vast
Variabele hypotheek
eigenlijk: rentevariabele hypotheek. Als een huis meer waard wordt, kan er meer geld worden geleend.
VAR
Voorziening Algemene bedrijfsRisico's. Stroppenpot van de banken.
VBA
Vereniging van Beleggingsanalisten.
Verzamelcoupures
obligatiebewijzen waarbij een aantal kleinere coupures zijn gebundeld tot een grote, om het in omloop zijnde aantal stukken terug te brengen.
Vervaldatum
dag waarop een obligatie of wissel betaalbaar moet worden gesteld. Ook: maturity.
Vereniging voor de Effectenhandel
Amsterdamse effectenbeurs.
Verdeeld
Beursstemming. Andere stemmingen: Afbrokkelend, Beter, Bloedvast, Booming, Dood, Flauw, Gedrukt, Lui, Prijshoudend, Vast, Verdeeld, Vriendelijk, Willig, Zeer vast
Venture Capital Investment
Krediet dat wordt verstrekt aan nieuw opgerichte ondernemingen. De verliesfactor is hoog. MBI.
VEB
Vereniging van Effectenbezitters.
VEUO
Vereniging van Effecten Uitgevende Ondernemingen. De vereniging van ondernemingen die op de beurs staan genoteerd.
VFN
Vereniging van Financieringsondernemingen.
Vloer
plaats in het beursgebouw waar wordt gehandeld. hoek.
Voorschotrente
de rente die de banken betalen als zij, tegen onderpand, geld lenen bij de centrale bank. Ook: Lombardtarief.
Volstorten
het voldoen van het nog niet betaalde deel van het nominaal effectenbedrag.
Vriendelijk
Beursstemming. Andere stemmingen: Afbrokkelend, Beter, Bloedvast, Booming, Dood, Flauw, Gedrukt, Lui, Prijshoudend, Vast, Verdeeld, Vriendelijk, Willig, Zeer vast
Vreemd vermogen
krediet, in tegenstelling tot eigen vermogen.
Watchdog
lett.: waakhond. Ambtenaar van de SEC.