Diagnose Borstkanker
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > Borstkanker
Datum & Land: 29/05/2013, NL
Woorden: 155
Mammografie
Een röntgenfoto van de borsten die met een speciaal daartoe ontwikkeld röntgenapparaat wordt gemaakt. Veelal vindt dit onderzoek plaats in het kader van het landelijke preventieprogramma bij vrouwen van 50 jaar en ouder.
Maligniteitsgraad
Mate van kwaadaardigheid-mate van afwijking van gezonde cellen.
Maligne
Kwaadaardig.
Metastasen
(Zie ook uitzaaiingen) groei van kwaadaardige borstkankercellen op plaatsen in het lichaam buiten de borst.
Menopauze
Overgang; wanneer de eierstokken stoppen met de afgifte van eicellen (ovulatie).
Melkklieren
De melkklieren produceren de moedermelk, de melkklieren monden uit in de melkgangen die naar de tepel leiden.
Melkgangen
Kanaaltjes die van de melkklier naar de tepel lopen en de moedermelk naar de tepel vervoeren.
Microtubuli
Buisvormige structuren in de cel die zich voortdurend aanpassen aan hun functie. Tijdens de celdeling vormen deze microtubuli trekdraden waarlangs het erfelijk materiaal zich verdeelt over de beide dochtercellen die zijn ontstaan na de deling.
Microorganismen
Kleine levende organismen van microscopische afmetingen; bv bacteriën.
Mitose
Celdeling.
Monotherapie
Behandeling met één enkel geneesmiddel ( in tegenstelling tot combinatietherapie).
MRI scan
Magnetic resonance imaging, ook magneetscan genoemd.Bij deze afbeeldingtechniek komt de patiënt te liggen in een lange tunnel die een sterke magneet bevat, waarmee het water in de weefsels gemagnetiseerd wordt. Uit de verkregen signalen kan de computer van het apparaat de samenstelling van de verschillende weefsels berekenen en ze uittekenen in de vorm van een doorsnede (de MRI-scan). Gebieden waar geen water is, zoals bot of een tumor, geven geen signaal en zijn zwart op de scan.
Neoadjuvante behandeling
Behandeling voorafgaand aan de operatie. Dit kan tot doel hebben om de kans op succesvolle operatie te vergroten of om te kijken hoe de tumor op bepaalde behandeling reageert.
Oestrogeen
Belangrijkste vrouwelijke geslachtshormoon; speelt grote rol bij ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtskenmerken, zoals de borsten, maar ook bij de eisprong en zwangerschap. Heeft verder gunstige effecten op o.a. het bot en hart- en bloedvaten. Zie ook hormonen en hormoontherapie.
Oedeem
Vochtophoping in de weefsels.
Okselklierdissectie
Operatieve verwijdering van de lymfeklieren in de oksel , ook wel okselkliertoilet genoemd.
Oncologen
Kankerspecialisten.
Organen
Deel van het lichaam dat een specialistische functie heeft; bijvoorbeeld het hart, de longen, de lever, de nieren.
Oraal
Via de mond.
Osteoporose
Botontkalking, hierbij treedt verzwakking op van het bot waardoor sneller botbreuken kunnen ontstaan en-of de rugwervels kunnen inzakken. Dit treedt vooral op bij vrouwen na de overgang, door het stoppen van de productie van vrouwelijke geslachtshormonen in de eierstokken.
Ovulatie
Eisprong.
Patholoog
Een specialistdie in een laboratorium weefsels van patiënten op afwijkingen en specifieke kenmerken onderzoekt.
Pathologisch onderzoek
Laboratorium onderzoek naar afwijkingen en specifieke kenmerken van weefsels van patiënten. (bv. hormoongevoeligheid, HER2-positiviteit en maligniteitsgraad) Zeer belangrijk hulpmiddel voor de arts bij het stellen van de exacte diagnose en de keuze van de meest geschikte behandeling.
Palliatieve behandeling
Behandeling waarbij genezing niet meer mogelijk is. Een behandeling die als doel heeft de kwaliteit van leven te verbeteren door verlichting van klachten, en-of verlenging van het leven.
Poortwachtklier
Die lymfeklier in de oksel of borst die zorgdraagt voor de afvoer van lymfevocht uit het gebied waarin de tumor zich bevindt. Dit is de eerste klier waarin zich uitzaaiingen van de tumor zullen bevinden. Ook schildwachtklier genoemd.
Prothese
Vervanging van een verloren gegaan lichaamsdeel door een kunstmatige nabootsing.
Prognose
Vooruitzicht; de kans op terugkeer van de ziekte of de kans op genezing.
Progestagenen
Een van de vrouwelijke geslachtshormonen, speelt belangrijke rol bij innesteling van de eicel in de baarmoeder. Heeft daarnaast ook een effect op het borstweefsel.
Prodrug
Dit is de benaming voor een †œnog niet actieve vorm† van een geneesmiddel dat na inname door het lichaam in de de actieve vorm wordt omgezet. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan om orale inname mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is capecitabine. Dit is een prodrug van 5 Fluoro Uracil.
Preventief
Ter voorkoming van.
Premedicatie
Medicijnen die voorafgaand aan een bepaalde behandeling worden gegeven met tot doel de bijwerkingen van die behandeling te voorkomen of verminderen.
Punctie ( of cytologische punctie)
Het afzuigen van vloeistof of enkele cellen uit de tumor via een dunne naald. Het opgezogen materiaal wordt direct op een microscoopglaasje uitgestreken en kan binnen enkele uren onder de microscoop worden bekeken.
Radiotherapie
Behandeling door middel van een gerichte bundel radioactieve stralen met tot doel de (resterende) kwaadaardige cellen zo volledig mogelijk te vernietigen.
Registratieprocedure
De procedure die elk nieuw geneesmiddel moet doorlopen om toegepast te mogen worden voor een bepaalde ziekte.
Receptoren
Aanlegplaats voor hormonen of groeifactoren die de cel als het ware een signaal geven bijvoorbeeld om te groeien of te delen.
RNA
Ribonucleïnezuur. Brengt de erfelijke informatie (DNA) van de cel over naar het eiwitproducerende deel van de cel.
Schildwachtklierprocedure
Operatie waarbij in eerste instantie alleen de schildwachtklier wordt weggenomen om te kijken of zich daarin uitzaaiingen bevinden. Wanneer dit niet het geval is, is de kans zeer klein dat deze wel in andere klieren worden aangetroffen. Hierdoor is het niet nodig alle klieren weg te halen.
Schildwachtklier
Die lymfeklier in de oksel of borst die zorgdraagt voor de afvoer van lymfevocht uit het gebied waarin de tumor zich bevindt. Dit is de eerste klier waarin zich uitzaaiingen van de tumor zullen bevinden (ook poortwachtersklier genoemd).
Sepsis
Levensbedreigende situatie die optreedt als gevolg van een tekort an witte bloedcellen, gepaard gaande met ontsteking en koorts. Kan leiden tot een septische shock waaraan de patient kan overlijden.
Second Opnion
Letterlijk: tweede mening. Het vragen van een tweede arts om zijn-haar mening omtrent diagnose en-of behandeling. Bijvoorbeeld bij twijfels of de door de eerste arts voorgestelde behandeling wel de beste kans van slagen heeft.
Shock
Levensbedreigende daling van de bloeddruk ten gevolge van algemene verwijding van de bloedvaten.
Sleutelbeen
Bot dat de schouder met het borstbeen verbindt, bevindt zich onderaan in de hals.
Solide tumoren
Abnormale celdeling en tumorvorming in een bepaald orgaan, bijvoorbeeld de borst, longen, darm of lever. Solide = vast, hecht, stevig. Dit in tegenstelling tot kanker die bestaat uit woekering van bepaalde bloedcellen die in het beenmerg worden aangemaakt, zoals bij leukemie, of in het lymfestelsel, zoals bij het Hodgkin lymfoom. Dit noemt men niet-solide tumoren (niet-solide = vloeibaar, los).
Standaardbehandeling
De -volgens de geldende richtlijnen-Â beste behandeling op dat moment.
Symptomen
Optredende verschijnselen of klachten.
Taxanen, ook wel taxoïden
Chemotherpeutica met een remmend effect op de celdeling. Taxanenverstarren de structuur van de microtubuli. Tijdens de celdeling vormen deze microtubuli trekdraden waarlangs het erfelijk materiaal zich verdeelt over de beide dochtercellen die zijn ontstaan na de deling. Door toedoen van taxanen loopt dit proces vast en gaat de cel dood. Ook in niet-delende cellen hebben taxanen invloed; daar verstoren ze ondermeer de beweeglijkheid en waarschijnlijk ook de transportfuncties.
Thrombocyten
Bloedplaatjes; cellen die gevormd worden in het beenmerg en in het bloed een belangrijke rol spelen bij de bloedstolling.
TNM Classificatie
Indeling van de mate van voortschrijding van de borstkanker op basis van de tumorgrootte (T) aantal aangedane lymfeklieren (N) en aanwezigheid van metastasen elders in het lichaam (M).
Trombose
Vorming van bloedstolsels in het lichaam.
Trastuzumab
Geneesmiddel op basis van HER2 antilichamen, specifiek gericht tegen borstkankercellen met HER2- overexpressie.
Tumorectomie
Borstsparende operatie waarbij de tumor met daaromheen een rand van ongeveer één cm gezond borstweefsel wordt weggenomen.
Uitzaaiingen
Uitzaaiingen zijn kankercellen die uit de oorspronklijke tumor via de lymfevaten of via de bloedvaten versleept zijn naar andere delen van het lichaam. Daar nestelen zij zich en delen zich opnieuw, zodat ook in dat lichaamsdeel een tumor ontstaat. Bij borstkanker komen uitzaaiingen behalve in de lymfeklieren vaak terecht in de botten, longen, lever of hersenen. Wanneer dergelijke uitzaaingen zijn aangetroffen is genezing niet meer mogelijk. Wel kan door middel van behandeling in veel gevallen de duur van het leven worden verlengd.
VEGF
Vascular Endothelial Growth Factor dit is een groeifactor die een belangrijke rol speelt bij de nieuwvorming van bloedvaten (angiogenese) . VEGF is een mogelijk aangrijpingspunt voor zogenaamde angiogeneseremmers, een groep van anti-kankergeneesmiddelen die werken door de vorming van nieuwe bloedvaten van tumoren af te remmen. Een voorbeeld hiervan is Avastin®.
Zenuwpijn
Pijn die optreedt als gevolg van de beschadiging van een gevoelszenuw bij het verwijderen van de lymfeklieren in de oksel. Dit uit zich in een brandend, schrijnend of zeurend, speldenprikkend of stekend gevoel en-of een strakke band om de borstkas en-of bovenarm. De hevigheid van de pijn neemt toe bij inspanning (tillen, bewegen, schrijven, wandelen etc.) maar ook bij vermoeidheid, koud weer of wrijvende kleding.
Zelfonderzoek
Het systematisch aftasten van de borst dat door de vrouw zelf maandelijks gedaan kan worden om te voelen of er veranderingen zijn; zoals verdikkingen, verhardingen, knobbeltjes, voelbare klieren of afscheiding uit de tepel. Lees voor uitgebreide informatie en instructie het deel diagnostiek †“zelfonderzoek van deze website.